De nostalgie van Kaatje Aflevering 161 herfst 2008 Catharina van de Graft en de Zeeuwse volkscultuur Jan J.B. Kuipers Om onbekende reden is aan dr. C. Catharina van de Graft geen trefwoord gewijd in de Encyclopedie van Zeeland, hoewel ze dat zeker had verdiend. 'Kaatje' van de Graft (1874-1969), geboren in de stad Tholen, ontwikkelde zich in de vorige eeuw tot een van Nederlands bekendste volkskundigen. Ook was zij gespecialiseerd in het werk van de zeventiende-eeuwse dichter Joost van den Vondel. Haar op een groot publiek gerichte boek Nederlandse volksgebruiken bij hoogtijdagen (1947) beleefde na haar dood nog verschillende herdrukken. Dertig jaar na haar overlijden werd Kaatje in het Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 'een pionier in de studie van volkskunst en religieuze volkscultuur' genoemd. Palmpaasjes bleven bij lange na niet beperkt tot Zeeland. Hier een Volendams prentje door de bekende illustrator Max Nauta (ca. 1950- 1960). Van de Graft trok op negenjarige leeftijd naar Weesp, waar haar vader directeur van het telegraafkantoor werd, een functie die hij ook in Tholen had bekleed. Catharina ging Nederlandse letteren studeren in Amsterdam. Ze promoveerde in 1904 op Middelnederlandsche historieliederen toegelicht en verklaard. Kaatje bleef altijd met genegenheid denken aan het kleine, geïsoleerde Tholen van haar vroege jeugd. Haar fascinatie voor oude volksgebruiken werd hier gewekt. Als meisje liep ze op Palmpasen (de zondag vóór Pasen) mee in de kinderschaar die door de stad trok met primitieve 'palmpaasjes': een simpel vormpje van brooddeeg op een stokje, waarboven een palmtakje stak. Daarbij werd een oud liedje gezongen: 'Palm, palmpasen, eikoerei!' Toen het tijdschrift Volkskunde in 1900 een oproep plaatste om gegevens over de palmpaasviering aan te leveren, herinnerde ze zich dit Thoolse gebruik. Van de Graft schreef er een artikel over in het tijdschrift (1904) en organiseerde in 1906 in Utrecht een tentoonstelling van ruim honderd Nederlandse palmpaasjes. Deze expositie kreeg veel aandacht van de pers. Het succes leidde tot een afzonderlijke publicatie Palmpaasch uit 1910. Bijna dertig jaar later werkte Kaatje van de Graft dit boek om tot een monografie over Palmzondag (1938). Soefibeweging Na haar promotie werd Van de Graft lerares aan de Utrechtse HBS voor Meisjes. Tot haar genoegen kon ze in 1923 op wachtgeld worden gesteld. Niet beperkt door een gezinsleven ging Kaatje zich nu volledig richten op studeren, publiceren en het genieten van cultuur. Ze werd in culturele kringen in Utrecht dan ook een bekende figuur. In haar huis vonden literaire bijeenkomsten plaats; Kaatje was bevriend met de schrijfster Ina

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 42