Onze groote Prijsvraag
Zie blz. 19
Abonnementsgeld 1ste kwartaal.
Linnen Stempelbanden
2
ONS ZEELAND
Beleefd verzoeken wij onze abonné's het abonnementsgeld
voor het eerste kwartaal 1929 vóór 15 Januari a.s. op onze post
rekening No. 74988 te doen storten of overschrijven.
Na dien datum wordt per postkwitantie over het bedrag, ver
hoogd met f 0.15 dispositiekosten, beschikt.
We verwijzen onze abonné's naar de advertentie der Fa.
Gebrs. Ritter, Nieuwe Molstraat 26 te Den Haag, alwaar lin
nen stempelbanden voor den afgeloopen jaargang van „Ons
Zeeland" verkrijgbaar zijn, terwijl ook de administratie van dit
blad gaarne bestellingen aanneemt. Prijs franco per post f 1.85-
VRIENDELIJK VERZOEK AAN ONZE LEZERESSEN
EN LEZERS.
Natuurlijk hebt U familieleden en kennissen buiten de Pro
vincie, van Zeeuwsche afkomst of wel volbloed Zeeuwen.
Voor ons is het van belang hun adressen eens te weten opdat
wij hen eens een proefnummer van ons blad kunnen zenden.
Voor hen zal het prettig zijn een blad te ontvangen waarin
zij van hun geboortelandje juist dat vinden, waarin zij belang
stellen.
Doet U even de kleine moeite en schrijf ons hun adressen.
Wij zorgen voor de rest.
Bij voorbaat dank.
DE ADMINISTRATIE.
De spoorwegen en de Zeeland"een
kerkelijke kwestie in Middelburg.
Eenige jaren geleden heeft de stoomvaartmaatschappij
„Zeeland" vrijwel inde belangstelling van geheel Nederland
gestaan. Oorzaak hiervan waren de berichten inzake de
exploitatie, die nu niet direct zoo uiterst gunstig genoemd
werd. Velen grepen naar de pen en in de groote bladen
werden het voor en tegen van het voortbestaan der Zeeuw
sche maatschappij breed tegen elkaar opgezet. We herinne
ren ons, dat sommigen de „Zeeland" uit den weg wilden
ruimen en Vlissingenuit het verkeer met Engeland wilden
bannen. „Alles moet voortaan over Hoek van Holland rei
zen", was de leuze van velen.
Anderen kwamen, zeer begrijpelijk, tegen dit radicale en
eenzijdige voorstel op, en verdedigden Vlissingen als de
beste overzetplaats voor reizigers uit midden-Europa.
Zooals het met vele zaken gaat, die plots hevig de belang
stelling hebben, dreef ook in de „Zeeland-kwestie" de pu
blieke storm spoedig over. Alles bleef zooals het was.
Dezer dagen nu heeft iemand in een ingezonden schrijven
in een onzer groote dagbladen nog eens aan het geval her
innerd. Hij was van Amersfoort naar Vlissingen gereisd en
was van daar uit naar Engeland overgestoken. Voor de ver
binding te water en voor de „Zeeland"-booten had de schrij
ver niets dan lof, doch hij was slecht te spreken over den
trein, die hem naar Vlissingen vervoerd had. Gewezen werd
op de traagheid der spoorwegverbinding, over het over
stappen enz. Met andere woorden werd uitgedrukt, dat de
„Zeeland" soms in ongenade moet vallen bij de reizigers,
omdat de spoorweg-directie niet voor behoorlijke verbin
dingen uit alle dcelen van het land met Vlissingen zorgt.
Zooals bedoelde schrijver zegt, zoo is het ook.
Als de Nederlandsche spoorwegen alle mogelijke mede
werking verleenden, dan zou de „Zeeland" voor menigeen
heel wat gemakkelijker bereikbaar zijn dan de nachtbooten
te Hoek van Holland.
We hopen dat de treinverbindingen met Vlissingen spoe-
die de aandacht der spoorweg-autoriteiten zullen hebben.
Een Vlissingsch, doch ook een Zeeuwsch belang is daarmede
gemoeid,
X
In Middelburg is al eenigen tijd een conflict hangende
tusschen de vrijzinnigen en de rechtzinnigen uit de Ned.
Herv. Kerk. Daar het altijd riskant is zich in kerkelijke
kwesties te mengen en daar we niet voldoende inzicht in
het „geval" hebben, laten we hieronder in het kort volgen
wat aan de bladen hieromtrent is medegedeeld. Voorop zij
gesteld, dat we geen partij kiezen, doch dat we uit oogpunt
van volledigheid het kerkelijk conflict niet mogen ver
zwijgen.
Toen na het vertrek van den vrijzinnigen predikant, dr.
J. P, Cannegieter, uit Middelburg, was gebleken, dat er bij
het kiescollege der Ned. Herv. Kerk geen medewerking zou
zijn om in de plaats van dr. Cannegieter een predikant van
vrijzinnige richting te beroepen, werd door de Ver. van
Vrijz. Hervormden o. a. besloten aan de kerkvoogdij een
zekere restitutie te vragen van de door de vrijzinnige lid
maten betaald wordende kerkelijke belasting, teneinde door
het benoemen van een eigen voorganger zelf in de godsdien
stige behoeften harer leden te kunnen voorzien.
Na een jaar ontving de vereeniging van de kerkvoogdij
bericht, dat op het verzoek afwijzend was beschikt. Enkele
dagen later vergaderden de vrijzinnigen opnieuw en be
sloten werd, dat enkelen bij wijze van protest hun lidmaat
schap der Ned. Herv. Kerk zouden opzeggen. Tegelijk met
de mededeeling over dit uittreden, werd een brief aan de
kerkvoogdij gezonden, waarin o. a. gezegd wordt
„Teneinde ongeorganiseerd handelen in deze zooveel
mogelijk te voorkomen en anderzijds den financieelen
grondslag voor de aanstelling van een eigen voorganger,
waartoe onze vereeniging inmiddels is overgegaan door het
beroepen van ds. Kastein, Ned. Herv. pred. te Grootebroek,
niet in gevaar te brengen, heeft ons bestuur zich genoopt
gezien, daartoe mede gedwongen door den korten tijd, die
ons na ontvangst uwer missive nog restte, een 33tal harer
leden, wier namen nader zullen worden aangezegd, te ver
zoeken, hun lidmaatschap der Ned. Herv. gemeente nog
vóór den aanvang van het nieuwe dienstjaar op te zeggen,
en het bedrag, datzij anders aan H. O. zouden moeten be
talen, in de kas dervereeniging te storten. Zij zijn bereid,
weer als lidmaat tot de kerk toe te treden, zoodra alsnog
eene rechtvaardige regeling getroffen zal zijn, om de ge
varen, waarop wij boven duiden, te ontkomen,
Wij voegen hieraan toe, dat dit voor ons de eenige moge
lijkheid was om uittreding op groote schaal vooralsnog tegen
te gaan en dat ons bestuur niets liever wenscht dan eene
regeling, waardoor zoolang de Hervormde Gemeente al
hier ons van Vrijz. prediking onthoudt de verzorging van
het geestelijk leven in onzen kring gewaarborgd wordt en
aan den anlerken kant onze geestverwanten hun deel in de
lasten, aan het lidmaatschap der kerk verbonden, naar bil
lijkheid kunnen dragen, in aanmerking genomen hetgeen