No. 33
VRIJDAG 31 OCTOBER 1930
653
belachelijk vooroordeel
losmaken, dat de dader
onder onze clubgenooten
gezocht moet worden."
De laatste woorden waren
op scherpen toon gezegd
en het scheen, dat de voor
zitter merkbaar uit zijn
humeur was, iets, wat tot
de hooge uitzonderingen
behoorde, want Sir
Bloomsberry was onder
bijna alle omstandigheden
een uiterst beminnelijk
en opgewekt persoon.
„Maar," vervolgde hij,
en er was weer een glim
lach op zijn gelaat „ik geef
den moed niet op de politie
de baas te zijn en den
schuldige te ontdekken."
„Hebt u d'r dan eenig
idee van, in welke richting
u moet zoeken Het was
Markies Velasco Ibanez,
die deze vraag stelde.
Sedert eenige maanden
bevond hij zich in Londen
en hij was op de club ge
ïntroduceerd door Graaf
Palmhurst, een rijk land
edelman. Tot nu toe had
hij zich steeds op den
achtergrond gehouden en
was een weinig opvallende
figuur geweest.
„Ik kan mij daar niet
over uitlaten, Markies,"
antwoordde Sir Blooms
berry gereserveerd.
„Het geval interesseert
mij zeer," zei Markies
Ibanez, „in Spanje, mijn
vaderland, ging ik op
het gebied van crimina
liteit voor een specialist
door. Vooral het zakkenrollersgilde had een hevi-
gen afkeer van mij," lachte de Spanjaard. „Ik
kende, al hun trucs en menigeen zucht door mijn
toedoen in de gevangenis." Er was even een spot
tend licht in zijn oog. „Dit horloge bijvoorbeeld,"
hij toonde den verbaasden clubleden 'n schitterend
uurwerk, „zat een minuut geleden nog in het vest
zakje van Lord Camberly. Mag ik het u terug
geven?
Met verbazing staarden de voorname Sporting
Club-leden naar den eigenaardigen Spanjaard.
Achtereenvolgens maakte hij Graaf Palmhurst,
Sir Bloomsberry zelf en diens secretaris tot slacht
offer van zijn ongewone manipulaties.
„U ziet, heeren, ik heb ook wat geleerd van de
heeren pickpockets. Mocht ik u bij uw onderzoekin
gen van dienst kunnen zijn, dan stel ik mij gaarne
beschikbaar." En markies Ibanez maakte een
hoofsche buiging voor den verbluften Sir Blooms
berry.
Ontwijkend mompelde deze eenige woorden. En
het was merkwaardig, dat Markies Velasco Ibanez
den verderen avond geheel alleen bleef.
Den volgenden dag heerschte er zoo mogelijk
in de „Sporting Club" nog grootere ontsteltenis
dan den dag tevoor. De groote dagbladen hadden
een opzienbarend nieuwtje gebracht, dat alle
leden naar de club had doen stroomen. Letterlijk
hadden de couranten het volgende gepubliceerd
„Naar wij vernemen, is de dader van de ge
heimzinnige diefstallen in de groote wereld
gearresteerd. Men tracht den naam van den
schuldige nog geheim te houden, doch er wordt
met stelligheid beweerd, dat de inbreker lid is
van de voorname „Sporting Club". Opzienba
rende onthullingen zijn te verwachten 1"
De leden van de club hadden met verbazing en
ontzetting dit bericht gelezen. Op de club werd
slechts fluisterend gesproken, allen verkeerden in
gespannen verwachting, want hun voorzitter was
nog niet aanwezig. En rnèt hem was de eenige die
ontbrakde Spaansche Markies!! Zou hij het
'MÏK,
De oerkeeriiig oan oroegei.
zijn Zijn handelingen van den vorigen avond wa
ren zeer verdacht geweest. Telkens als de deur
openging, keek men angstig-verwachtend naar den
binnentredende, doch steeds weer werd men teleur
gesteld en was het een kellner, die verfrisschingen
bracht.
Doch eindelijk ging er
een verwonderd gemom
pel door de zaalin de
deuropening stond glim
lachend de Spaansche
Markies! Monsterend gin
gen zijn oogen over de
aanwezigen, zijn glim
lach werd breeder en hij
sprak
„Ik zie, dat u bericht
verwacht. Stel u gerust.
Uw gezichten zeggen mij,
dat u thans Sir Blooms
berry zelf verdenkt, doch
hij is het nietIk kom
zoojuist van hem van
daan en hij laat zich
excuseeren. Want het
feit, dat.... zijn secre
taris, dien hij volkomen
vertrouwde, de dader is,
heeft hem zeer aange
grepen. Ik verdacht het
jongmensch direct. Ik
meende in hem een ge
vaarlijk beroepsmisdadi
ger te herkennen, en
het lidteeken op zijn lin
kerarm, dat ik ontdek
te bij mijn zakkenrol
lersmanipulaties, gaf mij
zekerheid. Hij is van
nacht op heeterdaad
betrapt. Zijn secretaris
schap bezorgde hem alle
inlichtingen, die hij kon
wenschen." Even pau
zeerde de Markies. Dan
vervolgde hij
„Ik kom thans afscheid van u nemen, want ik
heb het lidmaatschap van de club opgezegd. Want
en een fijn glimlachje gleed over zijn gelaat
ik vrees, dat ik in dit voorname mille .i niet op mijn
plaats zou zijn. Ik ben namelijk.... de particu
liere detective Jack O'Neill
De verkeer ing oan thans.