water kwam daar al tot de bovenrand van de kademuur. Het was nog twee uur voor hoogtij. De Smit ging naar de garage en stapelde daar zo veel mogelijk los materi aal hoog op. Toen het water in de garage stroomde, reed hij met de taxi via het Betje Wolffplein naar de Glacisstraat en parkeer de de wagen achter V&D. Hij sopte daarna terug naar de Nieuwstraat om een tweede auto te halen. De derde tocht verliep uiterst moeizaam. Bij de Vrouwenstraat reikte het water al tot kniehoogte. Hij besloot via de Wagenaarstraat en de hoger gelegen Wil- helminastraat te gaan. Op deze oude havenkade stond nog maar dertig centime ter water. De Nieuwendijk was nog bereik baar. Via het Lombardstraatje wilde hij op nieuw naar de Nieuwstraat. Maar op de hoek bij Nieuwendijk 25, voor de lingerie zaak van de gezusters Motké verdween de grond onder zijn voeten. Ook hij spoelde door de Lombardstraat de Nieuwstraat in en strandde op een hoop zand en afval. Dat was zijn redding. Langs de huizen, met het koude water tot aan zijn nek, wist hij de ga rage te bereiken. Daar ging hij kopje onder in de meterput waarvan het deksel wegge spoeld was. Met moeite kon hij de trap naar de bovenwoning van zijn baas bereiken. De volgende morgen klauterde De Smit via de daken van schuurtjes naar de Nieuwen dijk en liep langs Bellamypark en Noord straat naar zijn taxi in de Glacisstraat. Vervolgens maakte hij ritten met evacués voor het Rode Kruis naar de droog gebleven delen van Vlissingen en Souburg. 's Middags ging hij met een geïm proviseerd vlot terug naar de gara ge. Daar stond het water 2.10 me ter, oliesporen op de muur wezen dat later uit. Alleen een autoband en een pompje dreven er nog rond, verder was alles weggespoeld. In de achtermuur was een gat van twee bij twee meter geslagen. Toen maandagmorgen het water was verdwenen, restte een treurig makende blubberlaag van 15 cen timeter en een grote puinhoop. De zijgevel van het hoekpand Nieu- Het Betje Wolffplein (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) wendijk 23 was verdwenen in een enorme put in het Lombardstraatje. Tegenover Garage Geense, in de Dortsmansstraat, was een gigantisch gat ontstaan waarin de rioolbuizen zichtbaar waren. Vernielde meu belen en winkelinventaris accentueerden de ravage. Dinsdag begon de grote schoonmaak. Mili tairen maakten de straten opnieuw begaan baar. Warm eten moest van elders aange voerd worden want in de binnenstad kon niet gekookt worden. Gas, water en elektri citeit waren nog afgesloten. Het karretje met warm eten deed De Smit denken aan de gaarkeuken uit de Tweede Wereldoor log. 3.15 uur - Als De Vliegende Hollander Adri Meerman, machinist bij de Provinciale Stoombootdiensten, woonde in de Glacis straat met zijn ouders en broer. De gebroeders Meerman gingen in de nacht vanuit de Glacisstraat richting Badhuis straat en zagen plots een uit de donkere nacht opdoemende toonbank drijven, die deed denken aan het spookschip uit de verhalen van De Vliegende Hollander. Het bleek de toonbank van Opticien Tilroe te zijn en de geldla met de zaterdagopbrengst was nog onaangeroerd. Verschillende men sen hebben die winkelschat zien drijven, maar in die rampnacht dacht men niet aan stelen. Later blijkt uit politierapporten dat Januari 2003 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 11