'Ongehoorde tempeeste': stormvloeden bedreigen Vlissingen, 1300-1900 Ad Tramper Inleiding 'De stadt Vlissinge heeft ook veel geleeden door watervloeden die der op verscheyde tijden of geweest zijn.' Zo begint advocaat Brasser in 1756 zijn hoofdstuk over storm vloeden in de stadsgeschiedenis van Vlis singen. Vervolgens diept hij uit zijn geheu gen een handvol stormvloeden op uit een lang vervlogen tijd. Als eerste noemt hij de beruchte storm van 5 november 1530, ver volgens komen 17e-eeuwse rampen aan bod waar we de jaren 1612, 1630 en 1662 aan moeten koppelen. Langer staat hij stil bij de stormvloed van 26 januari 1682. Vlissingen heeft natuurlijk veel meer storm vloeden gekend dan de door Brasser hier aangehaalde. Een stad aan zee, een voor post in de Schelde-delta, het kan niet an ders of stormvloeden in welke vorm dan ook moeten de inwoners vaak parten ge speeld hebben. In het hiernavolgende wordt een chronolo gisch overzicht gegeven van opmerkelijke stormvloeden en dan in het bijzonder met betrekking tot Vlissingen en omgeving. Vaak zijn het niet meer dan een paar feitjes of flarden en blijft verder alles in de nevelen van de geschiedenis gehuld. Veelal zijn kroniekschrijvers aan het woord zoals Reygersberg. die de stormvloeden van 1530 en 1532 uit eigen herinnering weet op te schrijven of hebben we te ma ken met contemporaine pamfletten. Soms moeten we het doen met wat latere kro niekschrijvers ons overleveren. Het overzicht begint vroeg in de 14e eeuw en loopt door tot begin 20e eeuw. 1304 'In 't jare MCCCIIII (1304) op Sinte Kathe- rijnen dach was also grooten storm ende onweder met soo grooten hooghe uloedt dat ueel dijcken ende polders in Zeeland ouer- uloegden. Walcheren was soo seer ouer- uloeyt dat die dijcken soo seer gherampo- neerdt waren dat die Landtlieden den moet uerloren gauen, soo dat sy de macht niet en hadden te dijcken. Waerom die Graeue sei ne in 't landt uan Walcheren quam ende heeftet met die Borsselsche heeren weder beuerscht ende bedijckt. Hiermee schetst de kroniekschrijver Rey gersberg de eeuwige strijd tegen het water; een strijd die mensen ook wel eens moede loos maakte. De storm van 1304 zal ook Vlissingen par ten gespeeld hebben; de bronnen laten hierover echter niets los. 1318 In de rekeningen van de grafelijkheid van Zeeland komen we de eerste aanwijzing van een stormvloed tegen met betrekking tot Vlissingen. Series rekeningen zijn histo rische bronnen waar vaak veel uit af te lei den valt. Zo wordt in de rekening over de periode 20 maart 1318 tot 30 april 1319 gesproken over een hoge vloed waardoor op Walcheren op verschillende plaatsen schade aan de dijken is ontstaan. In Vlissingen moeten er twee hoofden gerepa reerd worden en zijn er herstelwerkzaamhe den aan een dijk. Omdat er op meerdere plaatsen op Walcheren grote werkzaamhe den aan de dijken plaatsvinden kan het haast niet anders of er is een stormvloed aan voorafgegaan. De rentmeester van de graaf verantwoordt de kosten voor Vlis singen als volgt: 'Item wtgheleyt in dijcaetsen in Walcheren. In 't eirste bi heren Pieter uan Vlissinghe, om den dijc te Vlissinghe te maken bi der scepenen kanesse, 13 lb. 2 sc. Januari 2003 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 19