Nog eens rondvragend naar herinneringen aan de watersnood in Vlissingen, kreeg ik trieste en soms ook bange verhalen te horen. Minstens 'half Vlissingen' schijnt met zand zakken in de weer te zijn geweest om de zeewering te verstevigen. De Molukkers, pas in Nederland en ondergebracht in de oude DCIW-kampen Vliegveld en Haven dorp, staken hierbij een handje toe. Een ploeg van de studentenvereniging Animo van de Christelijke Kweekschool te Middel burg ploeterde bij het Strandhotel. Dat weet ik, want ik was er zelf bij. De te vullen zand zakken werden met andere hulpgoederen gedropt op het voormalige vliegveld door lomp ogende vliegtuigen van het type Fairchild Cl 19. Deze zogenaamde Flying Boxcars van het Amerikaanse bezettingsle ger in Duitsland hadden een droppingsope ning aan de achterzijde. De militairen in het vliegtuig zagen niets van het droppingter rein en losten de hulpgoederen op een te ken vanuit de cockpit. Het in de Tweede Wereldoorlog vernielde en omgeploegde vliegveld was één groot modderoord, een onplezierig verblijf tijdens de droppings. De zakophalers moesten rennen voor hun le ven of schuilen om geen voltreffer te krij gen. Een bundel zakken bombardeerde bij voorbeeld een taxi die op de Nieuwe Vlissingseweg met evacués naar Middel burg reed. De auto kon daardoor ternau wernood een botsing met een tegenligger voorkomen. Waar water gestaan had in de stad modder de de 'andere helft' van Vlissingen. Midden standers en vrijwilligers stonden schouder aan schouder om te redden wat te redden viel. Zeevaartscholieren assisteerden in de drukkerij van de Provinciale Zeeuwse Cou rant. Een paar dagen later verschenen de eerste advertenties 'wegens waterschade te koop.' Er kwam weer gas, water en elektriciteit in de binnenstad en de telefoon deed het weer. Dokter Detmar, die een praktijkruimte had in een souterrain aan de Badhuisstraat, meldde op 6 februari dat hij voorlopig in het Sint Joseph Ziekenhuis spreekuur hield. Schoenmaker De Pagter hervatte zijn reparaties in de Walstraat. Kleine berichten meldden dat het normale leven weer op gang kwam. Anderen vertellen over de trage postver bindingen omdat weg en spoorlijn in Zuid Beveland onbruikbaar waren. Toch werd er vanaf 4 februari tweemaal per dag met auto's via Zeeuws-Vlaanderen en Antwer pen post vervoerd. Vlissingse vissers hebben ook hun herinne ringen. Lein de Nooijer, toen een dertiger, ging ondanks het uitblijven van toestem ming van de overheid met zijn schip naar de eilanden, helpen en redden. Andere vis sers volgden zijn voorbeeld, ook op eigen risico. Ze hebben veel goed werk verricht. Hieronder zijn vijf persoonlijke verhalen, herinneringen, opgetekend; aan de 'zwarte nacht.' 2.00 uur - Op het nippertje Corrie Blankaert-de Smit woonde op de hoek Nieuwendijk-Lombardstraat en herin nert zich dat het water die zaterdagmiddag al dreigde door de blijvende hoge stand. Vissers waren verderop in de weer met het beveiligen van hun schepen, mopperend dat het sluisje maar open bleef. Lein de Nooijer, vaste klant in kapsalon De Smit, waarschuwde 's middags al: 'Vannacht om twee uur bij springtij kun je het schudden.' De Smit haalde voor alle zekerheid al wat voorraden uit de kelder. Toch gingen vader Lombardstraatje (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert) Januari 2003 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 7