Tobago, speelbal der Europeanen
Zeeland en Koerland en de strijd om een koloniaal verleden
Jan Sleumer
Tobago is een betrekkelijk onbekend eiland
in het Caraïbisch gebied. Toch is dit eiland
van enige betekenis als het gaat om de
geschiedenis van Europa. Het bestaan heeft
geen grote gevolgen gehad voor onze historie,
maar de kleine nuances lichten behoorlijk op in
de grote verhalen van de welvarende, maar ook
duistere handelspraktijken uit de Gouden Eeuw.
Tobago is wel een vereeuwigd eiland
geworden; Daniel Defoe bezocht het eiland in
1659 waarna hij het als decor gebruikte tijdens
het schrijven van zijn wereldberoemde boek
Robinson Crusoë. En anno 2004 staat dit
'kleine eiland in een zee van eilandjes', dat zelfs
ooit Nieuw Walcheren heette, op het punt om
wederom een band aan te gaan met
het 'voormalige eilandenrijk' Zeeland;
reden voor een Baltische hertog om zich
om te draaien in zijn graf.
Koerland
Bijna niemand weet het nog, maar ooit,
tussen 1561 en 1796, was Koerland een
hertogdom. Thans is het een deel van de
nieuwe EU-lidstaat Letland. Het was een
klein vorstendom, maar zoals veel van deze
staatjes, één met een bijzondere geschie
denis. De zeer ambitieuze Jakob Kettler re
geerde van 1642 tot aan zijn dood in 1682
als hertog van Koerland en Zemgallen.
Hertog Jakob, 'te arm voor een koning, te
rijk voor een hertog', was een zeer ontwik
keld en bereisd man. Zijn residentiële paleis
dat nu als museum in gebruik is, werd ook
wel het Versailles van Koerland genoemd
en telde driehonderd vertrekken. Jelgava,
of Mittau zoals de plaats destijds in het
Duits heette en waar het paleis staat, ligt
ongeveer 40 kilometer ten zuiden van de
Letse hoofdstad Riga.
Ongeveer vanaf de 17e eeuw ontstonden
bij verschillende kleinere landen met een
zeevarende kustbevolking, zoals Branden
burg, Denemarken, Zweden en Koerland,
koloniale aspiraties die merendeels op niets
uitliepen.
Tijdens het bewind van de 'Deutschbal-
tische' Jakob Kettler werd de bouw van een
geheel eigen vloot voortgezet, zodat in
1658 de Koerlandse vloot uit 61 oorlogs
schepen bestond. Daarnaast waren er 47
koopvaardijschepen, alle gebouwd op
Koerlandse werven. Een vierde deel van de
buitenlandse handel van Koerland werd ge
dreven onder de hertogelijke vlag. Hertog
Jakob, of Jëkabs zoals hij in het Lets heet,
heeft met grote hardnekkigheid getracht
zowel de Zeeuwen als de Hollanders binnen
en buiten Europa de wind uit de zeilen te
nemen. Onder zijn gedreven leiding was er
voor de eerste maal sprake van een ge
organiseerd optreden tegen het bijna vol
maakte monopolie van de Hollandse koop
vaardij in de Oostzee.
Jacob Kettler, hertog van Koerland en
Zemgallen (1610-1682)
Na dit alles kwamen de koloniale aspira
ties. In 1637, nog tijdens het bewind van
Jakobs vader, ging er al een Koerlands
8
Den Spiegel