15 De tienden, een oude vorm van belastingheffing. De oorsprong van de tiendheffing ligt al in het verre verleden. In het Bijbelboek Leviticus, hoofdstuk 27 vers 30 wordt bepaald, dat de Israëlieten alle tienden van de opbrengst van het land en van de boomvruchten aan God dienden te wijden. Via de Romeinen komt het tienrecht in onze contreien. Tienden werden niet alleen geheven door burgelijke, maar ook door kerkelijke instellingen. Het tiendrecht werd verder verbreid door middel van het leenstelsel, terwijl ook de kruistochten dat recht bevorderden. Door Karei V werd de misbruiken die inmiddels ontstaan waren een halt toege roepen door uitvaardiging van een plakkaat in 1520 waarbij nauwkeurig werd be paald, welke vrachten en opbrengsten tiendplichtig waren. Ten gevolge van de 80-jarige oorlog, die veel geld kostte ontstond er een levendige handel in tiendrechten, met als doel de staatskas te vullen. Op deze wijze kwamen tiendrechten niet zelden in particuliere handen. In 1795 werd er een commissie in het leven geroepen, die een onderzoek moest doen naar de mogelijkheden van afschaffing van deze rechten. Het zou echter 1907 worden voordat deze in 1795 reeds bestaande wens werkelijkheid werd. Tienden werden onderscheiden in grote of grove tienden, nl. koorntienden van tarwe, haver, gerst e.d. en vlastienden en in kleine of smalle tienden, bestaande uit de tienden van moes, hout, gras, hooi, uien, appelen, peren e.d. Andere soorten tienden waren de krijtende tienden op biggen, varkens, kalveren, ganzen e.d. en de turf- of darinktienden. Deze inleiding, met de geschiedenis van het tiendrecht waarlijk in een notedop, gaat vooraf aan het verhaal van wijlen P.Lindenbergh, landbouwer te Wemeldinge, die - hij heeft overigens veel meer op schrift gesteld - veel met tiendheffing te maken heeft gehad. Het verhaal is een fragment van een groter geheel. Een stukje Zuidbevelandse geschiedenis zonder opsmuk! recht uit de praktijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1983 | | pagina 17