7.
Ibidem,
inv.nr.
1,
8-11-1830
8.
Ibidem,
inv.nr.
2,
22-6-1831
9.
Ibidem,
inv.nr.
7,
29-4-1827
10.
Ibidem,
inv.nr.
1,
29-5-1828
11.
Ibidem,
inv.nr.
1,
7-9-1829.
WEES NIET TE SNEL MET UW MOND (Prediker 5 vers 1
door M.J. Geuze.
Aan die bijbeltekst dacht ik, bij het lezen van onderstaand stukje historie.
Op 5 december 1788 werd Jacobus Westveer, ouderling van de Hervormde Gemeen
te te Wolphaartsdijk voor de vierschaar ter plaatse gedaagd, daar hij op zondag 30
november de kerkdienst had verstoord en de weleerwaarde heer ds. Pieter Hendrik
van Lis, -die in verband met een door hem aangenomen beroep naar Tholen, zijn
afscheidsrede hield- ernstig had beledigd. Hij was midden onder de preek opgestaan
in de ouderlingen bank, terwijl hij tot de naast hem zittende ouderlingen op luide
toon had gezegd: "Laat me er uit, ik kan niet zo horen liegen en scheiden!
Vervolgens richtte hij zich tot de predikant en op woedende toon: "Schei maar uit
met je liegen, je hebt ai genoeg gelogen, je vergeet je eigen schuld, of heb jij geen
schuld, 'k WH nooit meer onder de preek van zo'n vent komen". Vervolgens is hij
met boosaardige drift de kerk uitgelopen.
Daar de predikant die belediging niet nam, werd hij voor de vierschaar gedaagd en
beschuldigd van ordeverstoring en belediging.
Hij bleek nu echter omgedraaid te zijn als een blad van een boom. Hij verklaarde nu
diep berouw te hebben over zijn woorden die hij nu "gruwelijk en onbedachtzaam"
noemde, daar hij niets in de afscheidsrede van ds. van Lis had horen zeggen, "dan 't
geen een getrouw en waardig leraar past".
Hij bekende openlijk zijn schuld en vroeg zijn eerwaarde om vergeving voor zijn
onbehoorlijke en onverantwoorde houding.
De vierschaar veroordeelde hem, tot een boete van 10 ponden Vlaams, ten profijte
van de Grote- en de Diakonie armen, ieder voor de helft en de kosten van het proces,
terwijl ds. van Lis gebruik mocht maken van het geschreven proces, om zich zo
nodig tegen eventuele laster te verdedigen.
Dat de heren van Wolphaartsdijk blijkbaar strenger waren, dan de bekende "heren
van Goes", blijkt ook uit het volgende: In december 1760 wordt Jan Noordhoek
beboet, wegens het "Tobacq rooken"op het dorp en in 1766 Jan Schipper wegens
het "Tobacq rooken over de straat". De boete was voor die tijd nog niet mis, n.l.
6 schellingen en 8 groten, dus f 2,—.