aangezien de opgegeven grootte van de percelen te veel van elkaar afweek was het moeilijk om de ligging ervan vast te stellen, vooral omdat ook de omliggende percelen geen houvast gaven. Nevenfuncties In bijna alle overlopers zullen we stuk ken land aantreffen die een nevenfunctie hadden. Het zijn percelen waarvan de opbrengst geheel of gedeeltelijk bestemd was voor de kerk. In het voorgaande heb ik al enkele gememoreerd. Indien het land werkelijk eigendom van een kerk was, staat die in de overloper als 'Ecclesia ....'of later 'de kerk van Het land werd door de kerk verpacht en de namen van de pach ters zijn terug te vinden in de kerkelijke rekeningen. Land waarvan de opbrengst geheel bestemd was voor de armen staat meestal vermeld met de afkorting 's.s' met de naam van de parochie', voor 'Spiritus Sanctus' of 'die Heylige Gheest'. Later werd deze term meestal vervangen door 'de armen van Jaargetijland Voor genealogen is het interessanter om te kijken naar land dat 'jaargetijland' genoemd werd. Dit was land waarop een landeigenaar in de tijd van vóór de refor matie een 'jaargetijde' gefundeerd had. Elke bezitter van zulk land moest een bepaald deel van de opbrengst uitkeren aan de kerk om jaarlijks een mis te hou den ter nagedachtenis van de 'fundateur' Het werd daarom ook wel aangeduid met 'misseland'Zulk land kon normaal ver kocht worden of overgedragen worden aan de erfgenamen, onder voorwaarde dat de nieuwe eigenaar zich moest houden aan de opgelegde verplichting. Voor de kerk was het een welkome bron van inkomsten. Het is dus geen wonder dat na de reformatie, toen geen missen meer gehouden mochten worden, de hervormde kerk de jaargetijden niet ophief, maar de inkomsten gebruikte om de armenkas te spekken. In de overlo pers werd zelfs tot in de negentiende eeuw in de overlopers vermeld als op een perceel een jaargetijde gesteld was. Door de kerken werden jaargetijdenregisters bijgehouden, die na de reformatie op een enkele uitzon dering na verloren gegaan zijn. De R.K. parochie van Goes heeft later de jaargetij den in ere hersteld, zoals blijkt uit een mis boek, waarin giften en jaargetijden geregi streerd zijn.71 Deze zijn gedeeltelijk in het Latijn en gedeeltelijk in het Nederlands ingeschreven. Een bijzonder interessant document is het jaargetijderegister van de kerk van Monster (op het voormalige eiland Borssele), dat in het Rijksarchief van Gent gevonden is en nu in het Zeeuws Archief bewaard wordt.81 Dit register is bijgehouden door Johannes Petrus Vierloos, pastoor in Wolpersdorp en loopt van c.1470- 1528. Het is feitelijk een kalender waar de jaargetijden in chronologische volgorde zijn ingeschreven. Een standaard vorm is als volgt: p. 2v.3 'Anniversarium Barwout Willems zone op 200 roeden lants liggende te Weelle glieheeten Die vleermeet van zuden in met ses groten tsiaers op Cornelis Eewouts zone. Na siin doot te comen op den anderen. Na haer aire doot op die kerke van Monster. (In de marge staat: Expectat Ecclesia, later is bijgeschreven: habet ecclesia, Lijt in b viij.)' Dit betekent dat Cornelis Eewoutsz na de dood van Barwout het gebruik van een stuk land zou krijgen en het na zijn dood moest overgedragen 'op den anderen', waar mee waarschijnlijk zijn broers of zusters bedoeld werden. En nadat die allen over leden waren moest het land in het bezit van de kerk gesteld worden. Vandaar dat in de marge staat: 'de kerk verwacht' en dat later bijgeschreven staat 'de kerk bezit' en de locatie van het land. Het is interessant dat in het register zo veel veldnamen voor komen, al zijn die landen bij de vloed van 1530 verloren gegaan. Het register is geschreven in een meng seltje van oud Nederlands en Latijn. Waar bijvoorbeeld in een stuk latijnse tekst de schrijver het woord niet wist, schreef hij dat er rustig in het Nederlands in. Ik ver moed dat het meeste land dat de kerken in de zeventiende eeuw en later bezaten, afkomstig is uit dergelijke jaargetijden. Land dat uiteindelijk niet aan de kerk 101

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 103