eindelijk het principe van vererving van de oudste op de oudste van het geslacht geheel de mist in ging, wil ik U niet onthouden. Het land van een Goesse tinnegieters- familie In de parochie van Oud 's-Heer Arends- kerke en de 's-Heer Arendskerkepolder, lig gen drie stukjes land die door een onzicht bare band met elkaar verbonden zijn. Het is een perceel van 3 gemeten 60 roeden in de hoek benoorden wege, een stuk van 226 roeden in de Coosaert en een stukje van 118 roeden in het Oostdorp (zie afb. 2.). De band is dat zij alle drie behoren tot het gaandeland, dat in de zestiende eeuw gefundeerd was door Dierick Thonisz of een van zijn voorouders. Van het kleine stukje land in het Oostdorp is de geschiedenis te volgen vanaf 1543 tot 1859, omdat het Oostdorp in de overlopers van Oud 's-Heer Arendskerke beschreven staat, die een onafgebroken reeks vormen. Voor onder zoek naar de eigenaars van de andere twee percelen is alleen een korte reeks overlo pers van 1729 tot 1838 beschikbaar.31 De stichter In de overloper van 1543 staat een kwar tier land op naam van Dierijck Antho- nisz. Er staat niet bij vermeld dat dit gaandeland was. We zullen niet te weten komen of Dierick dit zelf gefundeerd heeft. Het is mogelijk dat hij het van zijn vader Anthonis geërfd had. De overlopers van 1585, 1592, 1599 en 1606 In de gehele periode staat het perceel dat, vanwege een hermeting 112V2 roede was, op naam van Janne Thonis erfgenamen. Janne was dus vóór 1585 overleden.101 Van 1585-1599 werd het land gebaand door Charles de Prato, van 1606-1620 door Adri- aen Anthonisz van Oosten. Janne Thonis, of Janneken Anthonisdr. was getrouwd met Willem Machielsz Schooff, die schepen en stadsbode van Goes is geweest en tinnegieter van beroep was. Hij leefde van omstreeks 1515 tot 1567.111 Uit een verklaring die Marinus Joosz Mesouck, oud schepen van Goes, Steven Adriaensz Huijsen en Hubrecht Adriaensz, beide sche penen van Goes op 27.12-1601 aflegden op het verzoek van Joos Jansz, timmerman en poorter van Goes leren wij alles wat wij weten willen over het gezin van Willem en Janne.12' Zij vertelden dat zij goed gekend hadden Willem Michielsz Schooff, tinnegie ter, die eerst schepen en daarna stadsbode van Goes was geweest en bij zijn overlijden zes kinderen had nagelaten, die in de akte beschreven staan als volgt: 1. Michiel, (zonder hoir overleden).131 2. Heer ende Meester Anthonius, priester.u) 3. Xander, wijlen timmerman.15) 4. Aeghtken, wijlen huijsvrouwe Jacobs Baerentsen. 5. Crijnken, noch jonge dochter. 6. Appolonia, des voorseiden requirants (d.i. Joos Jansz Timmerman) huijsvrouwe. Zoals later blijken zal was het voor het onderzoek van het gaandeland belangrijk de namen van die kinderen te kennen. De overlopers van 1613 en 1620 Wie in de periode van 1585-1606 de 'erf genamen' van Janne Thonisdr waren, die het land beheerd hebben staat niet geregistreerd. We weten alleen dat van 1606-1613 het land in handen was van Crijnken Tenegieters, de op één na jong ste dochter van Willem en Janne. Maar zij kan het al veel eerder bezeten hebben. Als baander is Adriaen Anthonisz van Oosten gebleven. Crijnken is ongehuwd overleden in 1622. De overlopers van 1627 t/m 1655 Na het overlijden van Crijnken Tenegieter ontstond onzekerheid wie het land zou moeten overnemen. Haar jongere zuster Appolonia was in 1603 overleden. Kandi daten moesten dus gezocht worden in de nieuwe generatie. Vooraan stonden haar neef Willem Jacobssen Schoof, diens jon gere broer Dirck Jacobsz en haar nicht Sanderina Sanders, de dochter van de tim merman Alexander Schoof. Sanderina was getrouwd met Pieter de Cherff en woonde in Middelburg. Pieter de Cherff wenste dat de nalatenschap van hun 'moeije Crijntgen 105

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 107