an het regiment nog in Zeeuws-Vlaande- ren. Het materieel arriveerde in de morgen an 15 mei in Walsoorden. Er was geen eerboot beschikbaar en de oversteek zou met kleine boten gebeuren. Deze konden iet meer dan drie auto's meenemen. Toen m 10.30 uur de inscheping zou beginnen, ioken enkele Stuka's (Sturzkampfflug- euge) met gillende sirene op de schepen n lieten hun bommen vallen. Een bom viel op vijftien meter van de oprijsteiger en maakte deze onbruikbaar. De boten sloe- en haastig op de vlucht en lieten zich niet meer zien. Champy zag zich genoodzaakt m naar Terneuzen te gaan. Daar kreeg hij nedewerking van de militaire autoriteiten ie, na overleg met het Commando Zeeland n Middelburg, een veerboot regelden. Maar toen alle voertuigen op de boot waren gere- len, weigerde de angstige bemanning om te varen. Pas nadat luitenant Hernandez met getrokken pistool duidelijk maakte wat van hen verwacht werd vertrok de boot. Op 16 mei om 02.30 uur reden de voertuigen in Hoedekenskerke uit de veerboot. Het was donker en nergens brandde licht. In de omgeving van de haven zag men verdacht uitziende burgers. Met gedoofde lichten reden de 55 voertuigen naar Kapelle. Uit tegengestelde richting ontmoetten zij onverlichte voertuigen, groepen burgers en Nederlandse soldaten. In het Oosten gin gen lichtkogels omhoog en bleven een poos in de lucht hangen. Het was een spook achtig tafereel. Het gedreun van artillerie inslagen was boven het motorlawaai uit te horen. Het was duidelijk dat het regiment al in gevecht was. De tocht in het duister, onverlicht en zon der gedetailleerde kaart verliep langzaam. Gelukkig stelde een Franssprekende fb. 7. De restanten van het gemeentehuis op de hoek Kerkplein- Weststraat in Kapelle, mei 940. (Gemeentearchief Kapelle.) 13

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 15