Afb. 10. 16 mei, tegenaanval Soyer en Le Goff. (Detail kaart 48 oost 1962 Topografische
Dienst.)
verliezen bij beide compagnieën. De eigen
mitrailleurs konden geen vuur uitbrengen,
ze waren defect door het opwaaiende stof
van de bomexplosies. De artillerie werd
gevraagd de mitrailleur uit te schakelen.
Bij de 3e Compagnie bleef het rustig tot
08.30 uur. Een detachement Duitsers ver
toonde zich aan de oostelijke oever. Zodra
de Fransen het vuur openden gingen ze in
dekking. De Duitsers schoten een lichtko-
gel af, niet lang daarna volgde een zware
artilleriebeschieting. Enkele huizen werden
zwaar beschadigd, andere vlogen in brand.
In zijn commandopost in Kapelle ont
ving majoor Périer de meldingen van zijn
bataljons. Hij liet de gevraagde geweer- en
mitrailleurmunitie opvoeren. Het werd
hem duidelijk dat de hoofdaanval op het
kanaal zou worden gericht. Hij besloot een
tweede lijn te vormen met het 3e Bataljon.
Hij gaf opdracht om de 9e - en 10e Compag
nie een locatie ten westen van Kapelle te
laten innemen. De twee compagnieën had
den in de vorige nacht al flinke afstanden
moeten lopen. Ze kwamen dan ook uitgeput
om 16.30 uur op de aangegeven locaties
aan. De 11e Compagnie zou op een later
moment volgen.
De nacht van 15 -16 mei
De nacht van 15 op 16 mei verliep zeer
onrustig. Aan beide kanten werd hevig
geschoten. Zowel de Duitse als de Franse
artillerie zette de beschietingen van
overdag onverminderd voort. Achter de
Franse verdediging schoten bijna overal
lichtkogels omhoog. De goed verborgen
'parachutisten' waren bezig. Tegenover
de 7e Compagnie probeerden de Duitsers
een overgang te forceren. De poging werd
door goed gericht vuur van de Chasseurs
verijdeld. Dicht bij de Postbrug stonden
plotseling twee huizen aan de westoever
in brand. Ook een schuur op de andere
oever ging in brand. Op dit moment nam
kapitein Soyer met een detachement van
het 68e Groupement de Reconnaissance de
18