zouden zijn. De toenmalige Sloedam was
achthonderd meter lang en veertig meter
jreed en de enige verbindingsweg met
Walcheren.
De directe omgeving van deze steiger lag
bezaaid met achtergelaten uitrustings
stukken en materiaal. Voordat de Duitsers
dit ophaalden maakte men een keuze uit
de spullen op de dijk. Ook de man die de
twee Franse oorlogsschepen had gezien
nam een kijker mee. Een model met de
oogdoppen' ver onder de lenzenbuis.
Iemand anders die een Franse fiets mee-
lam, werd door het plaatselijke bevoegd
gezag gesnapt en twee weken opgesloten.441
Een groot deel van de compagnieën die
jij de Postbrug en aan de Postweg waren
probeerden via Kapelle te ontsnappen. Het
dorp was echter al grotendeels in bezit
\?an de Duitsers. Op het laatste moment
werden de gewonden in drie vrachtauto's
geëvacueerd. Twee chauffeurs vonden de
lood, de derde slaagde er in om met grote
snelheid te ontsnappen in de richting van
Wemeldinge. Er was geen munitie en ook
geen uitweg meer, groepen Fransen gaven
ich over. In Kapelle zwierf de vijftienja
rige Marcel Ageerts direct na de gevech
ten door het dorp. Het gemeentehuis was
twaar beschadigd, de kluis lag gedeeltelijk
zichtbaar onder het puin. Hij zag onder
andere bij notaris Kram en garage De
Groene in de Biezelingestraat Duitse en
Franse soldaten in groepen van ongeveer
twintig man staan. Er was een gemoede
lijke sfeer en de Fransen werden correct
behandeld. Ze rookten gezamenlijk een
sigaret en hij zag zelfs hoe een paar Fran
sen en Duitsers uit hetzelfde conservenblik
aten.45)
Andere eenheden trokken langs de Ooster-
scheldedijk in de richting van Kattendijke.
Onderweg werden ze bestookt door groe
pen Stuka's, die kleine bommen in bundels
van vier lieten vallen. Ze keerden daarna
terug en schoten met de boordmitrailleurs.
Niet veel verder werden ze opgewacht door
een Duitse overmacht. Even werd overwo
gen om zich schietend een weg te banen.
De overmacht was echter te groot en de
Fransen gaven zich over.
Eén van hen was luitenant Bourges, die
lang na de oorlog schreef, dat hij gevangen
genomen werd door met automatische
wapens uitgeruste 'paras'. Duitsers die
enkele woorden Frans kenden zeiden:
'La guerre, GROSS MALHEUR' (De oor
log is een grote ramp). Met de andere
gevangenen werd hij naar Goes gebracht.
Onderweg zag hij Duitse vrachtwagens
met proviand en andere verzorging. Zelf
had hij tussen Duinkerken en Breskens
aan eigen zijde hiervan niets gezien. De
Duitsers zagen er fris en geschoren uit,
alsof ze die morgen uit bed waren gestapt.
Ze hadden ook geschikte kleding terwijl de
Franse soldaten in winterjassen liepen. Hij
zei tegen hen dat ze goed uitgerust waren.
De Duitsers beaamden dat en sloegen ter
demonstratie een Duitse helm tegen een
Franse helm. De Franse was vol deuken,
op de andere was niets te zien.461
Waarschijnlijk hadden een paar Kapel-
lenaren de gevangenneming van een
deel van de 11e Compagnie meegemaakt.
De familie Wisse was geëvacueerd naar
Wolphaartsdijk. Vader Wisse wilde met
zijn zonen Jan en Sam op 16 mei de dieren
op boerderij 'Dijkwel', in de Vierwegen 2,
voederen. Bij Kloetinge verboden Franse
of Duitse soldaten om verder te gaan naar
Kapelle. Ze gingen toen binnendoor langs
de 'Paulinahoeve' van Nieuwenhuizen.
Toen ze 'Dijkwel' bijna hadden bereikt
zagen ze daar Franse soldaten. Op het
zelfde moment rukte achter hen een groep
Duitsers op en hoorden zij een vuurge
vecht op de rijksweg. De Duitsers namen
Wisse en zijn zonen gevangen en sloten
hen op in hun eigen schuur waar al onge
veer dertig Franse soldaten waren. Jan
vroeg wat er met de Fransen ging gebeu
ren. 'Nur arbeiten', was het geruststellende
antwoord. Omstreeks 15.00 uur werden
ze buiten opgesteld. Het erf was bezaaid
met uitrustingsstukken, helmen, wapens,
zakboekjes, foto's enzovoorts. Achter elkaar
liep men door de sloot, waar weinig water
in stond, naar Kapelle. Sam moest een
motor met zijspan over de weg duwen.
29