Toen ze bij de boerderij van Mol kwamen
werden zij vanaf de spoorwegovergang
nder vuur genomen. De Duitsers schoten
oen een lichtkogel af waarop het schieten
ophield. De Duitsers en Fransen liepen
aarna door naar Kapelle, terwijl Wisse
:n zijn zonen terug mochten gaan. Bij de
boerderij troffen zij twee Franse soldaten
aan die hun wapen en helm nog bij zich
ïadden. Wisse gebaarde hen in de richting
an Hoedekenskerke te vluchten.47'
Gerard Ruissen was met zijn ouders op 15
nei geëvacueerd naar familie in de Lan-
eweg in 's-Gravenpolder. De volgende dag
ietsten zij rond 16.00 uur naar huis in de
Dijkwelseweg in Kapelle om de varkens
e voeren. Zij werden door een Franse sol-
!aat dichtbij de Rijksweg aangehouden
bij het huidige ANWB-complex, dat na
e oorlog werd gebouwd]. In de slootrand
agen schouder aan schouder Franse sol-
aten met de bajonet op het geweer, met
■et front naar de rijksweg. De Fransman
ie hen aanhield was klein van stuk en
ïad een zwart stipje in de rechter ooghoek.
Wijzend naar Dijkwel, varkensgeluiden en
tensgebaren makend, probeerden zij hun
edoelingen duidelijk te maken. Het baatte
liet, ze moesten door de weilanden terug.
Tegen 17.00 uur waren zij ter hoogte van
de T-splitsing Vierwegen-Everdijkse Brede-
tveg. Uit de richting Eversdijk kwamen drie
oor paarden getrokken kanonnen. Deze
adden een korte loop en de banden waren
an ijzer. Elk kanon werd door twee licht-
ekleurde paarden getrokken. Op de kar
vaarachter het kanon was bevestigd zaten
wee Franse soldaten. De paarden kregen
met de zweep ervan langs en het geheel
ing in grote haast naar 's-Gravenpolder.48)
lij de sloot werden later enkele gesneu-
elde Fransen gevonden.
3ij de Sloedam werden de restanten van
ie bataljons opgevangen door kapitein
Gouache van het 3e Bataljon. Hij stelde
ze op aan de dijk aan de Walcherse kant.
len naderende groep Duitsers werd door
oed gericht artillerievuur gestopt. Om
0.00 uur nam een bataljon van het 224e
tégiment d'Infanterie de verdediging over.
In Nieuwland werden de restanten, aan
gevuld met een honderdtal nagekomen
verlofgangers, in drie kleine compagnieën
geformeerd. In de loop van de 17e mei
verhevigden de Duitsers de aanval op de
Sloedam en braken door. Om 17.30 uur gaf
generaal Deslaurens opdracht om Walche
ren te ontruimen. Franse marineschepen
zouden de eenheden van Vlissingen naar
Breskens overvaren. Voor de beveiliging
van het inschepingsgebied wees hij de
restanten van 271e Régiment d'Infanterie
aan.
17 mei Vlissingen - De Fransen ontrui
men Walcheren
Tussen Vlissingen en Breskens voeren
schepen heen en weer om de Franse sol
daten in veiligheid te brengen. Vooral de
Franse Chasseurs no 5, no 6, no 10, no 41
en no 42 van admiraal Platon verrichtten
uitstekende diensten. Ondanks luchtaan
vallen en artillerievuur van een Duitse bat
terij brachten zij achttienhonderd evacués
naar de overkant. Ondertussen schakelde
de Chasseur no 5 vijandelijke kanonnen
tijdelijk uit. Vervolgens nam het oorlogs
schip de getroffen marinetrawler Mardyck
op sleeptouw naar Breskens.49' In de haven
heerste grote wanorde. Op het terrein
bevonden zich wanordelijk achtergelaten
auto's, keukenwagens, luchtdoelmitrail
leurs, uitrustingstukken en ander materi
aal. Paarden liepen vrij rond, andere lagen
dood op de grond. Uitgeputte en angstige
soldaten stonden dicht bij de kade en hoop
ten dat ze snel ingescheept zouden worden.
Franse jachtvliegtuigen bombardeerden
voor de derde keer die dag Duitse posities
dicht bij de haven. Generaal Deslaurens
was in een gebouw dicht bij de spoorlijn
en dicteerde kapitein Bichon bevelen voor
de evacuatie in de nacht van 17 op 18 mei.
Terwijl Bichon alles noteerde keek Deslau
rens uit het raam naar buiten en zei: 'Te
laat, de troep is al op de vlucht'. De solda
ten van de havenverdediging ontdeden zich
van wapen en uitrusting om zo snel moge
lijk weg te komen. De weg naar de insche
pingskade was nu vrij voor de vijand.
Generaal Deslaurens zag het gevaar. Vóór
de bocht van de weg die naar de insche-
31