HOOFD BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente 's-Gravenpolder, een 'uur ran Goes, roepen op sollicitanten naar de betrekking van der Openbare Lagere School, vakken a tot en mot k. Jaarwedde wetteljjk minimum met vrge woning en tuin. Akte Fransch strekt tot aanbeveling. Stukken inzenden vóór 15 Mei bij don Burgemeoster. Druk F. Kleeuweni Zoon Goe». Afb. 5. Advertentie van de gemeente 's-Gra- venpolder, 1909. (Gemeentearchief Borsele.) bijnamen waarmee hij later regelmatig zou worden aangeduid - 'Daan viool' - deed hij daar al eer aan: 'Zijn lokaal zag uit op de Vlasmarkt, en oude Goesenaars hebben mij meer dan eens verteld dat er altijd mensen stonden te luisteren als hij zangles gaf en daarbij viool speelde.'8) In Goes heeft hij een heerlijke tijd gehad; het was een knus en besloten stadje waar hij snel veel mensen leerde kennen en na een korte periode goed ingeburgerd was. Vanaf 21 mei 1896 woonde hij er in de Adolf van Westerwijkbuurt, wijk D num mer 63s. Na zijn huwelijk in 1901 met Jacoba Elizabeth van Damme woonde het paar in de Nieuwstraat, het gedeelte tus sen de Prins van Oranje en de Cornells Eversdijkstraat, wijk D nummer 212. Hier werden de beide kinderen geboren. Op 7 september 1907 verhuisde het gezin naar de Mattheus Smallegangesbuurt, wijk D nummer 62k.9' Het ligt voor de hand dat hij in het begin van zijn Goese periode Jacoba Elizabeth van Damme heeft leren kennen. Zij was immers vanaf februari 1896 winkeljuf frouw in de manufacturenwinkel van mej. E.C. Heijkam aan de Grote Markt (nu Grote Markt 5). Dit was ook haar woon adres. In november 1897 verhuisde ze naar Vlissingen, waar haar ouders woonden. Na schooltijd studeerde Daniël Adrianus veel, in 1906 behaalde hij zijn hoofdakte. Verder in deze jaren: de akten land bouwkunde en tekenen en bovendien de diploma's slöjd voor karton en hout (han denarbeid).10' In 1905 werd hij naast zijn betrekking als onderwijzer aan de Open bare lagere school B, benoemd als leraar tekenen aan de Rijksnormaalschool te Goes, later ook voor geschiedenis.11' Gere geld gaf hij een cursus in handenarbeid. Hoofd van de school te 's-Gravenpolder Jacobus Swart, sedert 1 januari 1877 hoofd van de Openbare lagere school te 's-Gravenpolder, vroeg met ingang van 1 mei 1909 eervol ontslag uit zijn functie. 'Jaarwedde wettelijk minimum met vrije woning en tuin' stelden burgemeester en wethouders in het vooruitzicht aan de kan didaten die bereid waren om eventueel in de vacature te worden benoemd. Blijkbaar was het aanbod niet onaantrekkelijk, want er waren zeventien sollicitanten. Uit de voordracht van vier ging de keus uiteinde lijk tussen D.A. Poldermans, onderwijzer te Goes, en P. de Potter, sinds 1906 hoofd van de Openbare lagere school te Oudelande. In de raadsvergadering van 14 juni 1909 viel met vier tegen drie stemmen de beslis sing om Daniël Adrianus Poldermans met ingang van 1 september 1909 als hoofd van de school te benoemen.12' Het gezin Polder mans verhuisde eind september naar de schoolwoning te 's-Gravenpolder. Relatie met het gemeentebestuur Het was een hele overgang; van het afge bakende takenpakket als onderwijzer, wat na een aantal jaren op routine uitgevoerd kon worden, naar de verantwoordelijkheid voor een school met 140 leerlingen. Volledig nieuw was het feit dat meester Poldermans nu direct te maken kreeg met het college van burgemeester en wethouders en met de gemeenteraad. De contacten waren tame lijk frequent en lang niet altijd aangenaam. Al snel kwam het gemeentebestuur tot de ontdekking dat de nieuwe bovenmeester wist wat hij wilde en zich vaak niet liet gezeggen of met een kluitje in het riet liet sturen. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 46