Daniël Adrianus was in de tijd dat hij in 's- Gravenpolder arriveerde energiek en door tastend, hij had een scherpe geest en een sven scherpe pen en was een voortreffelijk edenaar. Op het punt van intelligentie, nzicht en algemene ontwikkeling was hij iet merendeel van de raadsleden verre de iaas. Hij wilde zo goed mogelijk onderwijs geven en daarvoor uiteraard over vol doende middelen beschikken. Het gemeen tebestuur, gewend aan het gematigde iptreden van de bekwame meester Swart en meer in voor gezapigheid dan voor ver anderingen, had er moeite mee. Zeker als iiet geld kostte. Ook als het om zijn eigen portemonnee ging zat meester Poldermans voortdurend ip het vinkentouw. Hij was aangenomen ip het aan de functie verbonden wettelijk ninimumsalaris en daar hield de gemeen teraad onverbiddelijk aan vast. Hij gaf dan vel les aan een landbouwcursus, maar s-Gravenpolder was aangewezen als plaats waar dit onderwijs gewenst was en om die reden ontving hij hiervoor een vergoeding van het Rijk. De raad had er geen cent extra voor over. En niet onbelangrijk: mees ter Poldermans was nog altijd leraar aan de Rijksnormaalschool te Goes. Hiervoor ontving hij het vorstelijke bedrag van 600 per jaar en daarnaast gaf hij nog verschei dene jaren les aan cursisten voor de hoofd akte te Goes. Wellicht was er voor sommige raadsleden reden voor enige afgunst. Het hielp niet dat hij er op wees dat niet zijn totale inkomen door de raad in ogenschouw genomen moest worden, maar uitsluitend zijn betekenis voor het onderwijs aan de school te 's-Gravenpolder. Vasthoudend als hij was riep Daniël Adrianus tot tweemaal toe de hulp in van Gedeputeerde Staten. Dit college kon op zijn best de gemeente raad adviseren, maar had geen beslissings bevoegdheid. Het leidde alleen maar tot aversie bij de raad: 'de heer Poldermans wil als het ware de raad dwingen!'131 Zo zal het 2j. Vitn öe'r Pei)l* \ïersëWtJ7c.£ iS&öi. \fb. 6. Dorpsgezicht 's-Gravenpolder met rechts de openbare lagere school, omstreeks 1910. Collectie J.C. Lindenbergh.) 45

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 47