ok op andere plaatsen werd de Peelstel-
ng aangevallen, waarbij de luchtaanval-
n de troepen in verwarring brachten. In
de loop van de dag werd de toestand kri
tiek.111 Om vernietiging te voorkomen werd
idracht gegeven om in de nacht terug
trekken achter de Zuid-Willemsvaart,
e troepen waren totaal verrast, want de
.eeste stellingen waren nog niet aangeval-
n. Bovendien was eerder bevolen stand
houden. De terugtocht werd een chaos
n pogingen om het verband te herstellen
een nieuwe verdediging in te richten
slukten. De Franse voorhoede kwam
colonnes terugtrekkende Peeltroepen
recht en kreeg spoedig vuurcontact met
uitse troepen.121 Met de achterhoede nog
opmars konden de Fransen niets anders
ien dan vertragend terug te trekken.
all mei werden de Franse troepen in
oord-Brabant niet meer versterkt. De
beurtenissen in België maakten dat
riskant. Enkele pogingen om de vij-
;d tot staan te brengen onder meer bij
eda faalden. Delen van de 9e Panzer-
vision stootte door de Langstraat naar
Duitse parachutisten bij de Moerdijk.
Het Duitse IXe Armeekorps rukte op tus-
n het Albertkanaal en de Nederlandse
ens naar de Vesting Antwerpen.131 De
.aas werd tussen Namen en Sedan door
Duitsers overgestoken en dit bracht het
le Franse 7e Leger in gevaar om afgesne-
n te worden. In de morgen van 14 mei
erden in de omgeving van Woensdrecht
Hoogerheide de laatste felle gevechten
leverd. Om 18.00 uur kregen alle Franse
nheden opdracht Noord-Brabant te ver
ten en terug te trekken op de Vesting
itwerpen. De Duitse opmars zette zich
ort naar Antwerpen, Rotterdam en Vlis-
ingen.
et 271e Régiment d'Infanterie/60e
i vision d'Infanterie
et regiment werd midden 1939 opge-
cht als een Categorie-B eenheid. In
He opzichten was het kwalitatief en
vantitatief middelmatig. De soldaten
i (onder)offïcieren bestonden uit oudere
aservisten, vaak rond de 35 jaar. Het
waren vooral landbouwers en arbeiders
afkomstig uit Sarthe, Mayenne, Bretagne
en Parijs en omgeving. Een kwart van de
officieren en een aantal onderofficieren
had in de Eerste Wereldoorlog gestreden.
De bewapening was onvoldoende en verou
derd. Een beperkt aantal vrachtauto's en
vooral paarden en wagens verzorgden het
transport, dit zou later grote problemen
veroorzaken. Door oefeningen werd het
geleidelijk aan een inzetbare eenheid.
In september 1939 vielen de Nazi's Polen
binnen en kwamen Frankrijk en Engeland
formeel in oorlog met Duitsland. Het was
geen grootschalig militair conflict, maar
wel werden soms luchtbombardementen
uitgevoerd en torpedeerden Duitse onder
zeeboten geallieerde en neutrale schepen.
Ook enkele Nederlandse schepen werden
er het slachtoffer van. Engeland stuurde
de British Expeditionary Forces (BEF) met
tien divisies naar Noord-Frankrijk. De
Fransen noemden de toestand de Dröle de
Guerre en de Engelsen Phoney War.
In deze grimmige sfeer werd het 271e Regi
ment d'Infanterie aan de Frans-Belgische
grens ten oosten van Duinkerken geplaatst.
De infanteriecompagnieën werden in boer
derijen gelegerd en de oefeningen werden
voortgezet. Op het rooster stonden o.a.
marsen, het maken van prikkeldraadver
sperringen en schieten. Iedere compagnie
had zijn eigenroulanteeen door paarden
getrokken keukenwagen. Soldaat Donatien
Hamon uit Derval, één van de zeldzame
jonge reservisten van 25 jaar, herinnerde
zich: 'Les repas ne sont pas terribles. On
mangait souvent de la ratatouille et tous les
jours une ration d'un quart litre de vin'(De
maaltijden waren niet slecht. We aten vaak
ratatouille [een groenteprakje] en kregen
elke dag een rantsoen van 1/4 liter wijn.)141
Minder tevreden was men over het karige
benzinerantsoen. Dat bracht creatieve
chauffeurs op het idee panne door brand
stofgebrek te simuleren. De bestuurders
van de passerende lijnbussen waren nooit
te beroerd om hun reservebenzine aan de
militaire collega af te staan. Enkele keren
werd er alarm gegeven-en er was zelfs even
sprake van dat het regiment naar Finland
5