Veldwachters op Zuid-Beveland
Albert L. Kort
Inleiding
Dat de politie het in onze tijd niet breed
heeft, zal de meeste mensen bekend zijn.
De media hebben er de laatste jaren in elk
geval de nodige aandacht aan geschonken.
Onderzoek naar 'lage' salarissen bij politie'
luidde de kop van een op 7 september 2007
in de PZC verschenen artikel. Een dag
eerder had minister Ter Horst van Binnen
landse Zaken 15.000 handtekeningen in
ontvangst genomen van agenten die bij de
minister aandrongen op een hoger salaris.
Het was in hun ogen te gek voor woorden
dat een vijftigjarige hoofdagent slechts
1500 euro netto ontving, inclusief vergoe
dingen en toeslagen. Veel meer doen dan
het toezeggen van een onderzoek naar de
salarispositie van de politie kon en wilde
Afb. 1. Abraham Arnoldi, van 1853 tot 1899
veldwachter te Kattendijke. Hij was de
opvolger van de oneervol ontslagen Jan
Vermaire. (Collectie Gemeentearchief Goes.)
Ter Horst echter niet.
Ruim twee weken later besteedde de PZC
weer aandacht aan de problemen bij de
politie. In een bericht, dat de veelzeggende
titel Agenten moeten bijbeunen' kreeg, werd
duidelijk gemaakt dat zo'n tien tot vijftien
procent van de ongeveer 57.000 politiemen
sen in Nederland moest bijverdienen om
het hoofd boven water te kunnen houden.
Volgens de Algemene Christelijke Politie
bond waren vele agenten in hun vrije tijd
actief als chauffeur, beveiligingsadviseur
of rij-instructeur. Dat vele honderden en
mogelijk duizenden agenten in geldnood
verkeerden, was volgens het krantenbe
richt al langer bekend. Sommigen hadden
zich diep in de schulden gestoken en kre
gen hulp van hun korps bij schuldsanering.
Ook waren er medewerkers overgeplaatst,
omdat zij vanwege financiële problemen
vatbaar waren voor corruptie. Criminele
organisaties zouden bijvoorbeeld recher
cheurs, van wie bekend was dat ze in geld
nood verkeerden, kunnen benaderen met
de vraag informatie te verkopen.11
Inmiddels - we schrijven 2008 - is een
nieuwe CAO voor de politie afgesloten,
waarbij is vastgelegd dat de salarissen in
2008 en 2009 met respectievelijk 3,5% en
3,3% worden verhoogd. Of deze verhogin
gen genoeg zijn om de financiële problemen
van de politie op te lossen is echter twijfel
achtig.
Voor iemand die de geschiedenis van de
Nederlandse politie kent, bevatten berich
ten over de geringe verdiensten weinig
nieuws. Een kop als Agenten moeten bij
beunen' zou evenmin in een negentiende-
eeuwse krant hebben misstaan. Ook voor
de politieagenten en veldwachters op de
Bevelanden gold dat ze voor hun centen
moesten knokken. Sterker nog: de lang
durige strijd voor een hoger loon en een
goede pensioenregeling leek voor hen zelfs
een zwaardere belasting dan de dagelijkse
strijd tegen de criminaliteit.
71