In een tweetal eerder verschenen artike len hebben we de veldwacht op Noord- Beveland en Yerseke beschreven, waarin we tevens zijn ingegaan op de algemene geschiedenis van de veldwacht in Neder land en Zeeland. Degene die wil weten wanneer de veldwachter op het historisch toneel verscheen, welke eisen aan de man werden gesteld en waaruit zijn taken bestonden, wordt verwezen naar deze arti kelen.21 Hier staan we stil bij de veldwacht in een aantal dorpen in het oosten van Zuid-Beveland. We zullen zien dat de veld wachters daar naast de strijd om het dage lijks bestaan zich voor vele andere proble men zagen geplaatst. Welke dit waren en hoe het plaatselijk gezag dacht deze op te lossen, vormt de rode draad in het verhaal. Organisatie en functioneren van de veldwacht De veldwachters uit de Zuid-Bevelandse dorpen ten noorden en oosten van Goes behoorden tot de zesde brigade in Zee land en stonden onder leiding van een brigadier-veldwachter. Volgens het in 1829 vastgestelde provinciale veldwach tersreglement was één van diens taken de driemaandelijkse controle van de kleding en de bewapening van de veldwachters van zijn brigade en de rapportage hiervan aan de districtscommissaris te Goes. Als bleek dat er op- of aanmerkingen waren op bijvoorbeeld het gedrag of de ijver van de veldwachters, was het de taak van de districtscommissaris hen hieroverernstig te onderhouden, te onderrigten en tot hunne pligten terug te brengen.'3) In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de veldwachters die in 1845 deel uitmaakten van de zesde brigade en het oordeel van de burgemeesters over hun gedrag en functioneren. De resultaten moeten zowel de districts commissaris als de Gouverneur tot tevre denheid hebben gestemd. Het gedrag van vrijwel alle veldwachters, zowel in als buiten de dienst, werd als 'goed' en 'ijverig' omschreven. Nu zeggen deze kwalificaties niet zo veel. Allereerst omdat ze slechts een momentopname betreffen. Op de tweede plaats moeten we ons realiseren dat de overzichten afkomstig zijn van de plaatselijke autoriteiten, die er tegenover het provinciaal gezag belang bij hadden de zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid waren. Zo weten we bijvoor beeld dat de burgemeesters van Yerseke, Kloetinge en Kattendijke geregeld pro- Gemeente Naam veldwachter Leeftijd Burgerlijke staat Aantal kinderen Jaarwedde (in/) Gedrag in dienst Zedelijk gedrag Kruiningen, Waarde C. van Espen 39 Gehuwd 4 225 Goed Bijzonder ijverig Kloetinge R.A. Straub 41 Gehuwd 5 250 Misbruik sterkedrank Zeer ijverig Kattendijke J. Vermaire 41 Gehuwd 5 200 Goed Vrij goed Wemeldinge A. van der Linde 42 Gehuwd 2 200 Goed Goed Kapelle M. van de Vrede 50 Gehuwd - 250 Goed Goed Yerseke, Schore J. Meijer 42 Gehuwd 6 300 Goed Zeer goed Krabbendijke, Rilland, Bath F.H. de Gast 36 Gehuwd - 250 Goed Goed Wolphaartsdijk A. Thorenaar 50 Gehuwd 3 200 Goed Goed Tabel 1. Veldwachters Zeeland zesde brigade 1845. (Bron: Zeeuws Archief Middelburg, Archief Provinciaal bestuur 1813-1850, inv.nrs 5183 en 5195.) 73

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 75