De schandstenen van Baarland
BIJLAGE I
J. de Ruiter
De oudste vermelding van de Stenen dei-
Wet van Baarland zijn te vinden in de
verkoopcondities voor de verkoop van het
Parochiehuijs d.d.16 juli 1661. Het betrof
een fraeij bequaem huijs gestaen en gelegen
in Baerlandt daer Mr. Joos Donderleijn nu
noch woont.
Diegene die het huis kocht zou alles hebben
wat aard en nagelvast was, uijtgesondert
de armebusse met de schelle ofte belle ende
de steenen voor de deure. Vanaf 1 mei 1662
kon het gebouw door de koper in
gebruik worden genomen.11
Op die zelfde datum werd na
mens de ambachtsheren het
huijs gelevert aen Mr. Joos
Donderleijn staande bij de ge-
merken: oost: het prochiehuijs,
suyt en noort: de straete en west:
Marinus Foortsen. De koopsom
bedroeg 680 guldens. Het bedrag
werd in gedeelten, verhoogt met
de rente paaijenbetaald.
Adriaen Cornelisz. Timmerman
stond borg voor de eerste vijf
paeijen, die door de schoolmees
ter Joos Donderleijn21 moesten
worden betaald. In juli 1673 had
hij het pand geheel afgelost.
Op de Bevelanden zijn alleen in
Baarland deze Stenen der Wet
bewaard gebleven. Toch moeten
er op alle Zeeuwse dorpen deze
stenen aanwezig zijn geweest,
want ze maakten deel uit van
het boetesysteem wat de dorps
schepenbanken in hun recht
spraak voorhanden hadden.
Izaak Tirion noteerde rond 1750: Men
merkt ook aan, dat aan de meeste Parochie-
huijzen van deeze Borselsche Heerlykheden
de Steenen van de Wet hangen, even als
aan de Raadhuizen der Steden Vlissingen,
Veere, Domburg, Westkapelle enz.. Gelyk
ook dat der zeiver Elle en Maat van die der
andere Deelen des Eilands onderscheiden
is. Alle deeze Geregten wyzen by Arrest Von
nis tot vyftien Guldens, van grooter sommen
Afb. 7. De Baarlandse
schandstenen.
Foto: J. de Ruiter.)
27