'Wes vrouwe schelt, sal den steen dragen' (Deel
Vrouwen, schelden en een schandstraf in vijftiende-eeuws Reimerswaal
Arco Willeboordse
Schelden, schofferen, krenken en kwet
sen zijn woorden die we zeer regelmatig
tegenkomen in de krant, op televisie en in
het maatschappelijk en politieke debat. De
Deense cartoonrellen, gepeperde, smalende
uitspraken van politieke leiders, roddel
en hoonartikelen over de Tokkies en het
koningshuis: ze raken alle aan vragen over
de maatschappelijke grenzen van kritiek.
Moet je ongelimiteerd alles maar kunnen
zeggen? Welke uitspraken zijn nog sociaal
aanvaardbaar? Waar gaat oordelen over
in schimpen en verbaal verwonden? Waar
eindigt provocatie en begint botte karak
termoord? Hoe ver mag je in je opmerkin
gen en oordelen gaan, als deze (kunnen)
resulteren in ophitsen en haatzaaien? En
ook: vanaf welk punt kan of moetje mening
verkondigen gerechtelijk vervolgbaar zijn?
Ingewikkelde vragen, waarop niet een-
twee-drie antwoord te geven is.
Andere, verwante termen die in dit ver
band vaak gehoord worden zijn eer, goede
naam, smaad en laster. Het zijn termen die
betrekking hebben op zowel een persoon
als een juridische gesteldheid. De laatste
twee begrippen, smaad en laster, komen
in het Wetboek van Strafrecht voor als
misdrijf. Zo kan een persoon die een ander
in zijn goede naam 'aanrandt', met opzet en
met als doel om daaraan ruchtbaarheid te
geven, worden veroordeeld tot een gevange
nisstraf van maximaal zes maanden.1'
In het Nederlandse strafrecht kwam het
schade toebrengen aan iemands eer in het
verleden niet alleen voor als misdrijf, maar
ook als vonnis. Een persoon die aan een be
paald delict schuldig was bevonden, kon tot
een zogeheten erestraf worden veroordeeld,
dat wil zeggen een straf die de persoonlijke
eer van de delinquent treft. Voorbeelden
zijn kaalscheren en brandmerken.
Nauw verwant aan erestraffen waren
de zogeheten schandstraffen.21 Een
schandstraf had tot doel een veroordeelde
in het openbaar te vernederen, bijvoorbeeld
iemand op een schavot of aan een kaak
stellen, in een schopstoel laten zitten of een
'schandetocht' laten rijden op een ezel. Een
bepalend kenmerk bij deze straffen was
bespotting door het publiek.
Een andere schandstraf was het 'steendra-
gen'. In de wetgeving tot in de achttiende
eeuw zijn hierover vele rechtsteksten
bewaard gebleven, ook in Zeeland (in onze
provincie opmerkelijk veel zelfs). Twee van
deze tekstjes zijn door rechtshistorici gek
genoeg over het hoofd gezien. In handboe
ken en detailstudies worden ze in ieder
geval niet genoemd. Zij staan opgetekend
in twee verordeningen uit Reimerswaal en
geven inzicht in zowel het misdrijf, de straf
als de veroordeelde.
Teksten
Verordeningen
De verordeningen dateren van het begin en
Afb. 1. Reimerswaal en omringen
de dorpen. Detail van de kaart van
Zeeland door Sgrooten naar Van
Deventer, 1573. (Uit: J.J.B. Kuipers
(red.), Verdronken land.Valkenisse
en Keizershoofd, Goes, 1995.)
18