was des duivels. Geen wonder dat hij fel
uithaalde naar de verfoeide Afgescheide
nen: Zij hebben er de hooge regering mee
gemoeid, de drukpers in den arm genomen
en de vergadering der Volksvertegenwoordi
gers doen weergalmen van klagten over en
uitvallen tegen die onregtvaardige Goesena-
ren. Inderdaad, de Goesenaren muntten
niet uit in een rechtvaardige en coulante
opstelling tegenover andersdenkenden. En
de schoolopziener was in een uitbarsting
van machteloze woede uit zijn rol gevallen.
Het onderwijs aan de christelijke school te
Goes begon op maandag 3 april 1854.81
Moeilijke laatste levensfase
Bij Koninklijk Besluit nr. 50 van 28 juni
1853 werd de zoon van Dresselhuis, de als
advocaat in Goes gevestigde mr. J.G. ab
Utrecht Dresselhuis, benoemd als burge
meester van Wolphaartsdijk. Wegens ziekte,
op 18 november van dat jaar gevolgd door
zijn overlijden, heeft de installatie niet
kunnen plaatsvinden. Dit dramatische
overlijden van zijn enige zoon betekende
Afb. 4. Het gerestaureerde en in de zomer
van 2009 verplaatste gedenkteken.
(Foto T. Lepoeter-Boes.)
voor Dresselhuis een keerpunt in zijn leven.
Zoals hijzelf aantekende: met 1853 begon
nen de kwade dagen. Hij was een gebroken
man, werd regelmatig ziek en zijn toene
mende doofheid vormde een grote handicap.
Uit het verslag van een vergadering met
de kerkenraad en de kerkmeesters op 26
december 1855 citeren we: In welke verga
dering door den Heer Johannes ab Utrecht
Dresselhuis, Predikant alhier, is te kennen
gegeven dat zijn Wel Eerw., zoo uit hoofde
van zijne gevorderde jaren, als van tijd tot
tijd door ongesteldheid en hardhoornheid,
zich niet volkomen meer in staat gevoeld om
alle de werkzaamheden aan zijne bediening,
zoo door het houden van catechesatien, het
bezoeken van zieken, als anderzints ver
bonden, naar behooren waar te nemen
Er werd overwogen om emeritaat aan te
vragen. Het is onduidelijk waarom dit toen
niet gebeurde.
Een beroerte die Dresselhuis op 25 maart
1857 trof en waardoor hij blijvend gedeel
telijk verlamd raakte, betekende definitief
het einde van al zijn activiteiten. Vanaf
dit tijdstip werd hij in toenemende mate
hulpbehoevend. Na een kort verblijf in
Utrecht verhuisde hij op 14 mei 1858 met
zijn echtgenote en zijn ongehuwde zuster
Francina Catharina, die hem tot het eind
van zijn leven verzorgde, naar Middelburg.
Ze bewoonden er een pand aan de Hee
rengracht. Hij overleed daar, zoals we in
de rouwbrief lezen na een langdurig doch
geduldig lijden, op 23 augustus 1861.
Plannen voor een blijvend gedenkte
ken
Wolphaartsdijk, dinsdag 27 augustus 1861.
Op de per 1 oktober 1856 buiten het dorp
in gebruik genomen begraafplaats waren
velen samengekomen. Niet alleen inwoners
van het dorp, maar meer nog mensen van
elders, kerkelijke en andere hoogwaardig
heidsbekleders. Het was de dag dat dr. J. ab
Utrecht Dresselhuis er - naast de laatste
rustplaats van zijn zoon begraven werd.91
Op deze dag werd het plan voor het oprich
ten van een monument, dat waarschijnlijk
al eerder was gemaakt, wereldkundig
gemaakt. Door De Commissie voor het
oprigten van een gedenkteeken ter eere van
17