Afb. 2. D. de Koning.
Ochtman en de garancinefabicage
Johannes Jacob had een nauwe relatie met
de verwerking van meekrapwortels tot
rode verfstof voor de textielindustrie. We
zagen al dat zijn vader als apotheker een
rol speelde bij het verwerkingsproces van
meekrap.
Omstreeks 1850 veranderde er
door nieuwe uitvindingen veel in de
meekrapfabricage. De oude methode om
meekrapwortels te drogen en te stampen
in de meestoven werd vervangen door een
nieuwe werkwijze, waarbij mechanische
ventilatie een belangrijke rol speelde.
Het eindproduct van dit proces, een rood
poeder, noemde men garancine. De Goese
industrieel O. Verhagen deed samen met
de Delftse chemicus dr. S. Bleekrode in
de jaren veertig van de negentiende eeuw
hiernaar een onderzoek, dat in 1852 werd
uitgegeven.
De Zierikzeese apothekersfamilie had
ondertussen ook niet stil gezeten.
In 1846 werd in Zierikzee de eerste
stoomgarancinefabriek opgericht door de
firma Ochtman en Van der Vliet. Daar
werd volgens de principes van Verhagen
c.s. garancine geproduceerd. Welke
Ochtman in deze firma participeerde is
niet duidelijk. Wel werd in datzelfde jaar
door de apotheker en chemicus Hendrik
Ochtman Johszn. - een oom van 'onze
Ochtman' - in Goes een garancinefabriek
opgericht. Hoe het deze fabriek is vergaan
vermeldt de historie niet.
Enkele jaren daarna, in 1853, gingen
in Goes twee stoomgarancinefabrieken
van start: de fabriek 'Zuid-Beveland'
(eigendom van O. Verhagen) en de 'Stad
Goes'. Daarvan was de eigenaar dr. C. van
Renterghem, huisarts te Goes.2'
In 1860 richtte de firma Fransen van de
Putte en Co. een derde garancinefabriek
op in de voormalige alcoholfabriek van
de firma Saaymans Vader en Co. De
firma werd gevormd door de broers J.A.A.
Fransen van de Putte uit Goes en I.D.
Fransen van de Putte uit Rotterdam,
beiden kooplieden.
De 'Stad Goes' ging in 1861 failliet. De
zaken betreffende het faillissement werden
afgehandeld door de Firma Fransen van
de Putte. In datzelfde jaar kochten zij de
failliete fabriek.
Ochtman, die sinds 1869 in Goes woonde,
kwam in dienst bij de fabrieken van
Fransen van de Putte. Dat was rijkelijk
laat, want de garancinefabricage was
toen al in een neerwaartse spiraal
terechtgekomen. In 1861 was de
Amerikaanse burgeroorlog uitgebroken
tussen de noordelijke en de zuidelijke
staten. Ten gevolge daarvan stortte
de katoenexport naar Europa, dus ook
naar Nederland, ineen en dat had weer
regelrecht tot gevolg dat de vraag naar
kleurstoffen zoals garancine sterk afnam.
Toen men er dan in 1868 in Duitsland in
slaagde om uit steenkoolteer verfstoffen te
bereiden, stortte de vraag naar garancine
helemaal in. De ene na de andere fabriek
stopte er mee en omstreeks 1875 was de
garancinefabricage en de meekrapteelt
geheel verdwenen. Hiermee was na de
verdwijning van de zoutnering weer een
belangrijke tak van industrie uit Goes
verdwenen.
3