Ochtman in zaken Bij zijn komst in Goes in 1869 werd Ochtman ingeschreven als garancinefabrikant. In de vorige paragraaf beschreven we de teloorgang van deze bedrijfstak. Voor Ochtman reden om de bakens te verzetten. Weldra werd hij vermeld als koopman en nog weer later als oesterkweker. Dat soort multifunctionele carrières was in die jaren heel gewoon. We zagen al dat huisarts Van Renterghem ook fabrikant was. Later ging ook hij in de oesterteelt.3) Ochtman ging in de handel in steenkool. Hij was zowel groot- als detailhandelaar. Ook de handel in landbouwproducten zat in zijn pakket. Hij werd een bekend commissionair in erwten, bonen, granen, graszaden en dergellijke.4) Dat Ochtman een gekend en gewaardeerd zakenman was geworden blijkt uit het feit dat hij in 1873 president werd van de Maatschappij voor Handel en Nijverheid, een belangenvereniging van kooplieden. Deze club hield zich onder andere bezig met het organiseren van nijverheidstentoonstellingen. Ochtman was nauw betrokken bij de organisatie van de nijverheidstentoonstellingen van 1881 en 1888. Omstreeks 1898 werd Ochtman actief in de oesterteelt. Uit een krantenartikel in de Goessche Courant blijkt hij directeur te zijn van de Nederlandse Maatschappij voor Kunstmatige Oesterteelt in Yerseke. De vraag dringt zich op waarom juist de oesterteelt zo'n aantrekkingskracht had op Goese kooplieden. Dat kwam omdat de Yersekebank in 1870 door de rijksoverheid werd aangewezen voor oestercultuur. Vissen werd er verboden. Het verpachten van percelen verliep aanvankelijk mondjesmaat, maar nadat de opbrengsten stegen werd de handel lucratiever. En dat bracht kooplieden ertoe om in de oesterteelt en -handel te gaan. Ochtman zou Ochtman niet zijn als dat niet leidde tot een nevenfunctie: voorzitter van de 'Vereeniging tot bewaking der Yersekse Oesterbank'. Vanuit deze functies werd Ochtman in 1903 voorzitter van de "Vereniging voor Visscherij op de Zeeuwse Stroomen'. Afb. 3. O. Verhagen. Tenslotte nog een aspect van Ochtmans bewogen zakenleven. In het begin van de twintigste eeuw ontstond er speculatie in oesterpercelen. Waarschijnlijk heeft dat Ochtman doen besluiten in de geldhandel te gaan. Hij werd correspondent voor Zuid-Beveland en Goes voor de Credietvereniging te Amsterdam en bleef dat vele jaren.51 Hij hield kantoor in een woning aan de Wijngaardstraat, waar hij ook woonde. Daarnaast voerde hij het financieel beheer van de Goese bank van lening, maar dat was een gemeentelijke functie. Daarmee maken we de stap naar Ochtmans politieke carrière. Ochtman in de politiek In 1879 besloot Ochtman de lokale politiek in te gaan. Zijn schoonvader was toen wethouder. Wellicht spoorde die hem aan deze stap te zetten. Hij werd lid van de 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 6