Voor een vergelijkbaar geval van touwtrek kerij om het verlenen van onderstand in dezelfde periode, zie de Spuije, Tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden, aflevering 65, zomer 2005: Albert L. Kort, Kerkelijke liefdadigheid: het 'geval' Martina Kaboord. 39 Noten: 1. A.L. Kort, Geen cent te veel. Armoede en armenzorg op Zuid-Beveland, 1850-1940, Hilversum, 2001. 2. Ibidem, pag. 119. 3. Gegevens over geboorte, huwelijk, overlijden, gezins samenstelling en vertrek in: GA Kapelle, Archief gemeente Kapelle en gemeente Wemeldinge, bevolkingsregisters en akten van de burgerlijke stand. 4. GA Kapelle, Archief NHG Wemeldinge, inv. nr. 5. 5. GA Kapelle, Archief gemeente Kapelle, inv. nr. 104. 6. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 2. 7. Een extreem voorbeeld van een uit de hand gelopen conflict tussen burgerlijke overheid en diakenen vinden we in Leiden. De ruzie tussen regenten uit het stadsbestuur en diakenen van de Hervormde Kerk leidde er in 1848 toe dat de stadsbestuurders met behulp van de politie de dia kenen, ouderlingen en predikanten uit het Huiszittenhuis wegvoerden. De diakenen wonnen uiteindelijk het conflict. In 1853 bepaalde een Koninklijk Besluit dat het Huiszit tenhuis een kerkelijke instelling was. De diakenen hadden het er voortaan voor het zeggen. (G.P.M. Pot, Arm Leiden. Levensstandaard, bedelingen bedeelden, 1750-1854, pag. 164-167, Hilversum, 1994). 8. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 15. 9. ZA, toeg. nr. 1702, Archief NHG Kleverskerke, inv. nr. 11. 10. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 16. 11. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. ongenum merd. 12. GA Kapelle, Archief gemeente Wemeldinge, inv. nr. 133. Als door het ontbreken van bedeling van kerkelijke zijde de burgerlijke gemeente onderstandplichtig was, speelde het Koninklijk Besluit van 1818 over het onderstands domicilie een rol. Dit bepaalde dat de geboortegemeente in principe onderstandplichtig was. Deze regeling kende echter twee uitzonderingen: als iemand gedurende vier achtereenvolgende jaren elders vertoefde - en daar inge schreven stond en belasting betaalde - verving die plaats de geboortegemeente. Bracht de moeder een onwettig kind ter wereld, dan was de geboortegemeente van de moeder en niet die van het kind de onderstandplichtige gemeente. Nergens in de stukken vinden we een aanwijzing dat of door Kapelle of door Wemeldinge naar deze regeling werd verwezen. 13. Ibidem. 14. Ibidem. 15. Ibidem. 16. Ibidem. 17. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 29. 18. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 2. 19. GA Kapelle, Archief gemeente Wemeldinge, inv. nr. 133. 20. ZA, toeg. nr. 29.1, Archief Classis Goes, inv. nr. 176. 21. Ibidem. 22. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 2. 23. GA Kapelle, Archief gemeente Wemeldinge, inv. nr. 133. 24. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 32. 25. GA Kapelle, Archief NHG Kapelle, voorl. inv. nr. 44. 26. GA Kapelle, Archief gemeente Wemeldinge, inv. nrs. 1584,1684.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 41