voor de mensen die het aangaat steeds ver
velender. Als het om dienstplicht gaat, bij
huwelijk of overlijden, steeds staan zij die
in 1814 zijn geboren met lege handen als
wordt gevraagd om een afschrift van een
burgerlijke standakte. De burgerlijke stand
wordt namelijk niet afgeschaft en wordt
een steeds belangrijker instrument voor de
overheid om controle op de bevolking uit te
oefenen. In 1815 gaat men in Kapelle weer
wel de verplichte akten bijhouden. Samen
steller is dan de 'provisioneele schout', een
gemeenteambtenaar die in dit soort geval
len als schout/burgemeester mag optreden.
Vanaf dit jaar zijn de akten als voorge
drukte formulieren beschikbaar.
In veel gemeenten gooit men er met de pet
naar, bij het schrijven van de akten. Dit
wordt snel duidelijk. Een tiental jaren later
ontstaat de mogelijkheid om hier wat aan
te verbeteren. De koning neemt in 1825 een
besluit om de vele ontbrekende en deels
onvolledige vermeldingen in burgerlijke
standakten van gemeenten te verbeteren.
Met dit besluit in de hand begint de officier
van justitie aan de rechtbank te Goes een
jaar later een zaak ter rectificatie van de
mankementen in de Kapelse akten. Er wor
den drie subregistertjes gemaakt, getiteld
'Bijvoegsels op het register van geboorten,
van huwelijksvoltrekking en van overlij
den' over de jaren waarin de grootste nala
tigheden zijn geconstateerd, 1813-1815. In
de akten van geboorten uit 1813 blijken
zes personen niet ingeschreven te zijn. De
meest opvallende is Lodewijk Frederik
Six Dijkstra, zoon van de predikant, die
op 23 december 1813 wordt geboren. De
Franse administratie zal dan al vertrokken
zijn. Voor het jaar 1814, het jaar waarin
geen enkele akte is gemaakt, maakt de
rechtbank een lijst met 42 geboorten op.
Deze korte aantekeningen worden door de
rechter gelijkwaardig aan echte burgerlijke
standakten verklaard. Ook de kleine cor
recties van onvolledige of verkeerde namen,
niet-juiste ondertekeningen, verkeerde leef
tijden van betrokkenen, etc. uit de akten
van 1813 en 1815 krijgen rechtskracht. In
1815 worden nog drie geboorten vergeten.
Opvallend is dat de dominee opnieuw over
de schreef gaat: hij geeft de geboorte van
zijn dochtertje Jacoba, geboren op 10 mei
1815, niet aan bij de gemeente. Is dit zijn
wraak op de overheid wegens het in beslag
nemen van zijn kerkelijke doop-, trouw- en
begraafboeken?
P.S. Het Zeeuws Archief bereidt een ten
toonstelling voor over 200 jaar burgerlijke
stand.
Afb. 2. Stempels op de bladen van de bur
gerlijke standakten van 1811-1813. (Afbeel
dingen Gemeentearchief Kapelle.)
41