De crash bij Remijn op 20 maart 1945 bij Nieuwdorp Hans van Dam The gratitude of every home in our Island, in our Empire, and indeed throughout the world, except in the abodes of the guilty, goes out to the airmen who, undaunted by odds, unwearied in their constant challenge and mortal danger, are turning the tide of the world war by their prowess and by their devotion. Never in the field of human conflict was so much owed by so many to so few.l> Sir Winston Churchill Op 20 maart 1945 stortte net buiten Nieuwdorp een Engelse Lancaster bom menwerper neer. Alle mannen in het toestel met de code PB667 MG-Q vonden hierbij de dood. In de zomer van 2010 werden een motor en twee propellers teruggevonden. Reden genoeg om de gebeurtenissen, van ruim 65 jaar terug, te reconstrueren. In dit verhaal gaan we naar die dinsdagmiddag in 1945. Maar eerst iets over Bomber Com mand. Het RAF-onderdeel waar het toestel deel van uitmaakte.2' Bomber Command In de eerste jaren van de oorlog had de Britse luchtmacht voornamelijk een verde digende taak. Toen de Duitse luchtaanval len in september 1940 afnamen, besloot men om ook strategische doelen in Duits land te bombarderen. Het werd de taak van het uit vrijwilligers bestaande RAF onder deel Bomber Command, om door middel van bombardementsvluchten de Duitse oor logsindustrie en infrastructuur te treffen.3' Deze doelstelling werd in eerste instantie, mede door het gebrekkige materieel, niet waargemaakt. Bomber Command beschikte aanvankelijk alleen over trage, slecht wendbare tweemotorige vliegtuigen. Deze toestellen waren geen partij voor de Duitse jagers en luchtverdediging.41 Het kwam voor dat tijdens missies alle toestellen ver loren gingen. Dit was een van de redenen waardoor men besloot om vooral 's nachts te vliegen. De overlevingskansen namen toe, maar de toen nog niet zo betrouwbare navi- Tour of Duty Van de 125.000 vrijwilligers die gedurende WOU in Bomber Command dienden sneuvel den er 55.573 tijdens missies. Van iedere honderd man sneuvelden er 45, raakten er zes zwaar gewond, werden er acht gevangen genomen en kwamen er 41 de oorlog zonder al te veel kleerscheuren door. Omdat de overlevingskans in Bomber Command zo laag was besloot de RAF in 1941 net als de Amerikanen het Tour of Duty- concept in te voeren. Het gaf de bemanning een doel om naar toe te werken. De Duitsers kenden geen Tour of Duty. Een eerste Tour stond voor 25 vluchten of ongeveer tweehonderd vlieguren. Na iedere Tour kreeg de vliegtuigbemanning een periode van relatieve rust voorgeschoteld. Een tweede Tour bestond uit twintig vluchten. Eind 1942 kwam het concept onder druk te staan. In 1943 werd besloten het aantal missies te verhogen tot dertig en later zelfs naar 35. Ook werden missies boven Frankrijk, Nederland en België gedevalueerd tot Vè mis sie. De tijd tussen Tours die aanvankelijk wel een half tot een heel jaar kon duren werd ook ingekort. Na je tweede Tour hoefde je geen derde meer te maken. Ondanks de risico's waren er toch vliegers die een derde Tour vlogen. Een niet afgemaakte vlucht noemde men Boomerang en telde niet mee. Een dropping van pamfletten telde ook niet mee maar leverde je een Operational Egg vermelding op. Vliegers die dicht bij het einde van een Tour zaten of het al zwaar voor hun kiezen hadden gekregen werden wel eens aangewezen voor zogenaamde milkruns. Ze vlogen dan relatief veilige vluchten op Parijs of de kanaalhavens. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 4