De Lancaster De Lancaster was een door Roy Chadwick verder ontwikkelde versie van de sinds 1939 in gebruik zijnde tweemotorige Manchester. De Manchester had twee onbetrouwbare Vulture motoren, was traag en slecht wendbaar. De tweemotorige toestellen zoals de Manchester en de Blenheim werden vanaf 1941 vervangen door viermotorige toestellen zoals de Hali fax en de Stirling. De Lancaster die eind 1941 van de band liep was met vier krachtige Rolls Royce Merlin motoren veel sterker en wendbaarder. Dit toestel zou zich ontwikkelen tot het werkpaard binnen Bomber Command. De PB667 was een AVRO Lancaster MKIII met een spanwijdte van 31 meter en een lengte van ruim 21 meter. Het vliegtuig had een actieradius van ruim 4.000 km en een topsnelheid van 460 km/u. Het vliegtuig kon bijna 7.500 meter hoog vliegen en kon ruim veertien ton aan bommen van de startbaan de lucht in krijgen. Het was het enige vlieg tuig dat de 6,4 meter lange, 5.400 kilo zware Tall-Boy's en de 10.000 kilo zware Grand- Slam bommen kon meenemen. Hiervoor maakte het gebruik van vier stuks Packard-Build Merlin 38 motoren die goed waren voor bijna 1.400 pk per stuk (1.390pk bij 3.000 tpm). Het vliegtuig was bewapend met acht stuks .303 Browning MG's. De machine liep in september 1944 van de band bij Woodford Cheshire en maakte zijn eerste vlucht op 30 september 1944. In december werd het onderdeel van het 7th Squa dron in Oakington. Het vliegtuig was onderdeel van de tiende productiebatch van 723 vliegtuigen gebouwd door A.V. Roe Co. Ltd., Newton Heath, Manchester, onder Contract Nr. 1.807. De afleve ring startte in oktober 1944 en het laatste toestel liep in maart 1945 van de band. Er wer den in die tijd gemiddeld veertien toestellen per week afgeleverd. Tijdens WOU werden 7.366 Lancasters gebouwd. De Pathfinders Pathfinder Force was een elite-eenheid waai-voor alleen de beste manschappen geselecteerd werden. De meeste vliegers hadden er vaak al een Tour opzitten in Main Force. Naarmate de oorlog vorderde werd het steeds moeilijker om voldoende manschappen binnen Bomber Command operationeel te houden. Het Tour ofDuty- concept zorgde er voor dat vliegers na een aantal vluchten boven vijandelijk gebied een poosje vrijgesteld werden van ope raties. Daarnaast kwam lang niet ieder vliegtuig terug van een missie. Naarmate de spoeling steeds dunner werd, werden de regels aangepast. Doordat de opleidingen ook steeds beter werden kwam het steeds vaker voor dat jonge, veelbelovende beman ningen door hun commandant gevraagd werden om - na een paar aansprekende resultaten - over te stappen naar de Path finders. Deze mannen konden na een stoomcursus van iets meer dan een week direct worden ingezet. Hoewel je bij de Pathfinders aanzienlijk meer risico liep dan in Main Force bleven vliegers zich aanmel den. Datje bevorderd werd en lid werd van een elite-eenheid met de nodige sociale- en financiële voordelen had daar zonder veel twijfel mee te maken. Eén van de mannen die in Pathfinder Force terechtkwam, was de jonge Australiër Lindsay Page Bacon. Lindsay Page Bacon Lindsay Page Bacon werd geboren op 25 januari 1924 in Coffs Harbour, een voor stad van Sydney, in Australië. Hij hield van voetbal en tennis. Op 9 februari 1942 zette hij zijn studie aan de Universiteit van Sydney op een laag pitje en meldde hij zich, op nauwelijks achttienjarige leeftijd, aan bij de RAAF.10' Een niet ongebruikelijke stap binnen de familie. Lindsay's vader Victor was een veteraan die in de Eer ste Wereldoorlog in Europa had gediend. Bacon's zus Kathleen was verpleegster in Malta en later in het Midden-Oosten. Zijn broer Wesley was ook onder de wapenen en vocht in Afrika ondermeer bij Tobruk. Zijn andere zus Margareth zat nog wel in Aus- 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2011 | | pagina 6