meenteraad, wethouder en loco-burgemees ter, in de Hervormde Gemeente ouderling en diaken, ten dienste van de dorpsge meenschap was hij voorzitter van de com missie tot wering van het schoolverzuim, de stierenvereniging, het leesgezelschap, de vereniging voor ziekenzorg. Voor de op richting van de Coöperatieve Boerenleen bank te Wemeldinge in 1907, één van de eerste in de regio, was hij de initiatiefne mer. Zijn frequente bezoeken aan Zeeuws- Vlaanderen, waar in een aantal dorpen de Boerenleenbank reeds enkele jaren in bedrijf was, hadden hem van het grote nut van een dergelijke instelling overtuigd. In breder verband was hij mede-oprichter en vice-voorzitter van de Veilingvereniging Zuid-Beveland, bestuurslid van de Land bouw Onderlinge, bestuurslid van de Zuid- Bevelandse Waterleiding Maatschappij, mede-oprichter van de vereniging Eigen Erf in 1921, lid van het bestuur van de classis Goes van de Nederlandse Hervorm de Kerk. Binnen de Zeeuwse Landbouw Maatschappij was hij lid en voorzitter van meerdere commissies en bestuurslid van de kring Kruiningen. Waardering In het ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Zeeuwse Landbouw Maat schappij verschenen gedenkboek (1946) schreef dr. P.J. Bouman: Wij memoreren het overlijden, den 8sten April 1940, op 88-ja- rigen leeftijd, van P. Lindenbergh, lid van verdienste der Z.L.M. Hij was een voorman op bijna ieder gebied der landbouworga nisatie, een krachtig voorstander vooral van coöperatie. Wan de Z.L.M.'- zoo schreef het Zeeuwsch Landbouwblad van 13 April 1940 - 'is hij een werkzaam lid geweest. Niet alleen als spreker op vergaderingen of als schrijver van belangrijke artikelen in ons Landbouwblad, maar inzonderheid als lid en voorzitter van commissies, waarvan we noemen: de commissie voor de notaristarie ven, het pachtvraagstuk, de landbouwcoöpe ratie, de arbeidswetgeving, de arbitragecom missie voor den aardappelhandel, enz. Dank zij zijn helder inzicht, zijn groote toewijding en liefde voor de zaak, zijn we hem ook voor dezen arbeid grooten dank verschuldigd. '14) 19 Noten: 1. G.J. Lepoeter en A.H. Teeuw, Marinus Nathanaël de Broekert, heel- en vroedmeester. Een verloskundige prak tijk op het Zeeuwse platteland (1824-1871); weergave, analyse, beschouwingen, Kapelle/Dordrecht, 2010, pag. 224. De geboorte verliep zonder enige complicatie. Als dat anders was geweest dan zou de vroedmeester hier van aantekening hebben gemaakt in zijn partusboek. 2. P. Lindenbergh, Herinneringen, herhaling in Land- en tuinbouwblad van de ZLM met ingang van 7 oktober 1983; Levenservaringen, niet gepubliceerd. Van de inhoud van dit geschrift is in dit artikel op een beschei den wijze gebruik gemaakt. 3. J. Lindenbergh, Familiegeschiedenis Lindenbergh, niet gepubliceerd, 1988. 4. Hendrik C. Sauer, geboren te Tholen op 14 juni 1836, was hoofd van de school in Wemeldinge van 1862 tot 1910. Hij was in Wemeldinge een man van aanzien, een uitstekend onderwijzer, actief in het verenigingsleven en een vraagbaak voor de bevolking. 5. Jannetje Polderman, geboren te Wemeldinge op 13 oktober 1799 als dochter van schout en maire Jan Johannesse Polderman, trouwde te Wemeldinge op 2 december 1819 met Pieter Verlare. Door diens overlij den op 23 december 1859 werd ze weduwe. Ze overleed te Wemeldinge op 20 juni 1880. 6. G.J. Lepoeter en J.C. de Groene, Wemeldinge, historie van een dorp tussen Kerk en Kanaal, Kapelle/Wemel- dinge, 2005, pag. 132-183. 7. Aan de westzijde van het dorp, tussen de Dorpsstraat en de Zuidelijke Achterweg, stond een molen, een achtkantige houten grondzeiler van het Zeeuwse type. Bij windstil weer brandde deze molen door onbekende oorzaak af in de nacht van 22 op 23 juli 1868. De mole naar Joh. Allaart liet in 1869 aan de andere kant van het dorp, vlakbij het pas geopende kanaal, de molen 'Aeolus' bouwen. Daar was in 1866 ook reeds de molen 'De Hoop' verrezen. 8. Schoonvader Pieter Dekker was een van de meest invloedrijke landbouwers in Wemeldinge. Hij was de enige erfgenaam van zijn vader Jan Dekker. Deze was als jongen van geringe afkomst als rondreizend koopman zonder enig kapitaal begonnen. Als gewiekst zakenman had hij in de periode dat de grondprijzen laag waren, al zijn verdiende geld belegd in landbouw grond. Hij liet bij zijn overlijden in 1872 aan zijn zoon Pieter de boerderij Maalkote en meer dan 100 hectare landbouwgrond na. (Als noot 6, pag. 83-84.) 9. Reeds in 1879 had hij samen met buurman A. de Broekert weten te bewerkstelligen dat er een land- bouwvereniging tot stand kwam, vooral om te dienen als gelegenheid om elkander voor te lichten. Van deze landbouwvereniging was hij jarenlang voorzitter. 10. Als noot 6, pag. 92-94. 11. ZA, Archief suikerfabriek ENCB, toegangsnr. 455.1, inv. nrs. 33, 705. 12. G.J. Lepoeter, Maria Coomans, ambachtsvrouwe van Wemeldinge. Een testament; weergave, analyse, conclu sies, Goes, 1998. 13. Stadsarchief Vlaardingen, Archief E.N.C.K., inv. nr. 124; D. de Wit, Windmill, Wieken naar de Wind gekeerd; van boerencoöperatie naar internationale organisatie, Vlaardingen, 1990. 14. P.J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen land bouw in de negentiende en twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943, Wage- ningen, 1946, pag. 556.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2012 | | pagina 21