Afb.2. Wemeldinge gezien vanuit het noordwesten, luchtfoto circa 1965. Collectie Gemeentearchief Kapelle.) trok hij in februari 1888 vrij onverwachts naar Wemeldinge. De gemeenteraad had hem op 1 februari 1888 met algemene stemmen tot gemeentelijk geneesheer van Wemeldinge benoemd. Toen zijn vertrek definitief was bedankte hij alle bewoners van westelijk Zuid-Beveland in het alge meen en die van Nisse, 's-Heer Abtskerke en Heinkenszand in het bijzonder, voor de vriendschap en het vertrouwen dat zij de afgelopen jaren in hem hadden gesteld. Hij bekende dat het afscheid van Nisse hem zwaar viel. Met veel pathos schrijft hijDe plaats toch, waar ik als kind in uwe dreven heb gespeeld, waar ik jongeling ben gewor den, waar ik na volbrachte studiën, als man en vader ben teruggekeerd. Nisse! Met uwe bewoners! U zal ik nooit vergetend Jan Adam had een zwak voor de armen en min derbedeelden. In de artikelenreeks van Ge rard Lepoeter zijn daar fraaie voorbeelden van te vinden. Een mooie illustratie in dit verband was de aandacht voor de armen voordat hij naar Wemeldinge vertrok. Op woensdag 29 februari 1888 werd namelijk voor zijn rekening eene buitengewone be deeling van brood, spek en bier gehouden .4) Vestiging in Wemeldinge Met feestvertoon en een ovatie bij het gemeentehuis werd Jan Adam Geill op vrijdag 9 maart 1888 als nieuwe arts wel kom geheten in de dorpsgemeenschap van Wemeldinge. Hij was door dit alles zeer ontroerd. In zijn dankwoord sprak Jan Adam de hoop uit dat ik beantwoorde aan de verwachtingen die men van mij koes tert.5) In het vervolg ga ik nader in op zijn eerder genoemd ingezonden stuk van begin mei 1888. Jan Adam is enkele maanden na zijn vestiging in Wemeldinge nog steeds lyrisch over het dorp. Hij noteert: Men kan Wemel dinge als een groote buitenplaats beschou- 21 J»*'"

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2012 | | pagina 23