borstels. Een meegestuurde ansichtkaart
toont een werkkamer, die Spartaans is
ingericht. Op de kaart zijn vier mannen
en twee vrouwen rond een tafel bezig met
het maken van pantoffels. Er ontstond cor
respondentie tussen het armbestuur en de
leiding van Wolfheze. Niet alleen was er in
1919 nog geen kamertje vrij, ook hikte men
in Kapelle tegen de hogere kosten aan. In
Amsterdam ging het om een jaarbijdrage
van tweehonderd gulden, terwijl Wolfheze
driehonderddertig gulden zou gaan kosten.
Daarvoor ontving een bewoner een eigen
kamertje, eten en drinken, bewassing, dok
ter, medicijnen en kleding. Verder kreeg
iedere bewoner een klein zakgeld.
Door besluiteloosheid van het armbestuur
werden in de daarop volgende periode
vrijkomende kamertjes steeds weer opge
vuld door anderen. Een nieuwe brief van
mevrouw Diepenhorst legde men naast
zich neer. Zij meende dat Dingeman er
vooral op zou vooruitgaan doordat hij een
eigen kamertje met privacy zou krijgen. In
Amsterdam sliepen de blinden op slaap
zalen en was het altijd rumoerig. Dit zou
wel eens de voornaamste reden voor de
hoofdpijnklachten van Dingeman kun
nen zijn. In 1922 kon Dingeman eindelijk
Amsterdam achter zich laten. Begin no
vember van dat jaar verhuisde hij naar
Wolfheze. Directrice Sara Mansvelt heette
hem hier welkom. Dit instituut was in
1912 in gebruik genomen, nadat konin
gin Wilhelmina er in 1911 de eerste steen
voor had gelegd. Het instituut bestaat nog
steeds, het heet tegenwoordig 'Het Schild'
en ligt vlakbij Arnhem. Dit instituut zou
vijftig jaar lang het huis van Dingeman
zijn. Hier maakte hij in september 1944
het bombardement mee dat een onderdeel
was van de slag om Arnhem. De bewoners
van het tehuis werden vervolgens geëva
cueerd naar Bussum. Daarna keerden ze
terug naar Wolfheze; in Hotel Wolfheze
vonden ze een tijdelijk onderdak totdat het
tehuis herbouwd zou zijn. Dingeman kreeg
in 1947 in dit hotel last van een dubbele
hernia en moest opgenomen worden in het
11 w 11 nt t tinïrrrit t vt tnrr
Afb. 4. Buitenkant van het Tehuis, 1912.
6