20 en andere goederen. Van Bavel, Goederen Mariënweerd, p. 88. Vermeldingen van Gysbrecht van Cats in Archief Heren van Culemburg, Inv. nr. 1113. Regesten Bisschop van Utrecht 1301 nr. 803 en 1178, Algemeen Rijksarchief, Reg. EL 3, f16 en f23. 24. Dat blijkt uit verschillende oorkonden, zoals die uit 1296 waarin Catharina van Cats wordt vermeld als Vrouwe van Abcoude, Rijksarchief, Oud Bisschoppelijk archief, B 5139. Ook in het werk van D. Vereist, Geschiedenis van Zwijndrecht en Burcht II, 1990, p. 281-282 en Gijsbrecht van Abcoude in 1298 als hij afstand doet van zijn rechten op de goederen van zijn dan overleden zwager Nicolaas II van Cats. OHZ V, nr. 3306. 25. De relatie tussen Uten Duvelant en Van der Werken in G. van Gelder, Het geslacht Van der Werken uit het land van Altena, Ons voor Geslacht, historische periodiek voor Zuid Holland (OvG) 2001, eerste vermelding in 1241. OHZ II, nr. 498, 504 en 609. Over de relatie Uter Duvelant en van Roden (Rhoon) kan worden gezegd dat Rhoon in 1199 wordt vermeld als Biggo uter Duvelant en zijn neven het land kopen van Graaf Dirk VII van Holland en dat het naast Pendrecht lag en dat Biggo het liet bedijken en aldaar de heerlijkheid Rhoon en het kasteel stichtte. Van den Bergh OHZ I, nr. 179 en 321. F. Hou weling, Het kasteel van Rhoon, p. 2 ev. 26. A. Romeyn, Vierbannen. Zie noot 22. 27. Over het geslacht Die Visscher uit Schouwen zie C. Hoek, Het Huis tot Crooswijk. OvG 1963 en Dr. J.C Kort, Lenen Voorne, nr. 83, OvG 1977. Reeds in 1300 koopt Dirk die Visscher uit Schouwen het hof (het huis en andere goederen) van Crooswijk van de heer van Voorne. 28. In 1282 wordt er een Dirk van der Burgh vermeld, die tienden bezit in Rijswijk en in 1284 een Jan van der Burgh, die een lijftocht (vruchtgebruik weduwengeld) voor zijn vrouw vestigt op tienden in Rijswijk. Hij wordt beschouwd als de bouwer van het Huis Burgh nabij Rijswijk. Bron: J. de Cock, De middeleeuwse ont ginningen in Rijswijk, in: Geografisch Tijdschrift 1977, p. 430, J.C. Kort, Repertorium op de lenen van Hofstede Teylingen, nr. 53, OvG 1988. Van der Wal, Het geslacht van Cats op Schouwen, p. 18-19. 29. Het betreft een oorkonde van 4 juli 1259 gegeven door Margaretha en Guy, gravin en graaf van Vlaanderen, waarin Witte van Cats (en zijn erven), mede-eigenaar van de tol van Damme, wordt bevestigd in zijn leen, be houdens de rechten van Gerulf (Gerolf) en Hendrik van Cats. Daarbij werd vermeld dat Witte in nauwe relatie stond met Hendrik en Gerolf. H. Obreen, Oorkonden Vlaanderen, Holland en Zeeland, in BMHG, deel 43, p. 27. Oork II, nr. 54, naar het origineel in Arch, de Lille nr. 1223. In BMHG 1922. 30. Van den Bergh II, nr. 171. 31. OHZ IV, nr. 2482. 32. Zeeuwsche Encyclopedie II, p. 141. 33. Bij een oorkonde van 18 april 1282 vermeld en be schreven door H. Obreen, Onuitgegeven oorkonden, nr. XLVII, p. 267. Als bronnen worden vermeld OHZ II, nr. 451 en Archief abdij ter Doest nr. 1197 bis. 34. Zegel Nicolaas I van Cats (1270) in Corpus Sigillorum Neerlandicum (CSN) 983 en idem Nicolaas I van Cats (1274) CSN 984, de Nederlandse Zegels tot 1300 2 dln. Den Haag 1937-1940. 35. Daarnaast voerde hij in 1270 een barensteel met vier hangers. Bron: Archief Keulen nr. 342 en toelichting De Fremery bij nr. 158. 36. De zegel van Hendrik van Cats bij een oorkonde van de stad Gent. P. Zuydweg in Varia Zeelandia, 1965, Wapen van Cats, p. 60/61 en afbeelding hiervan op p. 56. Bron: Archief stad Gent, Charters der Graven fonds de Genois, nr. 646. De zoon van Costijn Hendrikzn van Cats, die meezegelt, voert dan weer een geschaakt St. Andrieskruis van twaalf aanstotende ruiten met een dwarsbalk. CSN 987. 37. Barenstelen getuigen van een jongere tak. Het is een zijtak, het nageslacht van een jongere zoon. A. Janse Ridderschap in Holland, 2001, p. 256 en Nederlandse Leeuw, 1941, p. 468. 38. Zoals we zagen heeft Nicolaas I (en waarschijnlijk als eerste), de kat als wapen gevoerd. H. Obreen, Vlaanderen, Holland, Zeeland, p. 28. 39. Van den Bergh, OHZ I, nr. 285, Dr. C. Dekker (a.w.) p. 189 en Hollestelle, Waterstaat Tholen, p. 266. 40. Idem. 41. Oorkonde van 31 mei 1266 in H. Obreen, Onuitgegeven oorkonden 13e eeuw III in BMHG, 1929, p. 218/219, met als bronvermelding Archief abdij Ter Doest, nr. 877 en OHZ II, nr. 259 en nr. 1772. 42. Een grangia betekent letterlijk korenschuur. De gran- gia's van de kloosters waren meestal een complex van bedrijfsgebouwen, zoals schuren, slaap -en eetzalen, bergplaatsen en een kapel met de bijbehorende gron den, die nodig waren om de landerijen te bebouwen, veelal in die tijd met graan. Het werd ook wel een uithof genoemd en was ommuurd. 43. zie noot 39. 44. Dr. C. Dekker (a.w.), p. 189, noot 183. Bron: Canivez Statuta II, p. 167, 168, ad 1236. 45. Zo lezen we in een oorkonde van 2 maart 1297 (ge geven te Zierikzee) waarin Jan I Graaf van Holland (1296-1299) - in navolging van zijn vader Graaf Floris V - de abdij OLV kamer in Noorddijk bevestigt in de vrijstelling van schot- en andere lasten voor 10 gemet land (waar het klooster destijds op stond) en in de bescherming van personen en goederen: een en ander verleend door de Roomse Koning Willem II en waarin hij bepaalt dat de vrijstelling van kracht blijft, ingeval dat land verloren mocht gaan, voor het land waar het klooster dan op wordt gevestigd en hij verbiedt dan zijn eigen boden van de abdij prestaties in goed of geld te eisen. OHZ V, nr.3261, p. 773. Interessant is, dat in 1563 (21 mei) de abdij Mariënkamer te Aagtekerke opnieuw refereert aan deze oorkonde en verzoekt om toekenning van een deel van de opbrengst van het weer drooggevallen land in Emelisse, Edekinge en Hamerstede (vóór de inun datie bezit van het klooster, dat destijds Noorddijk heette en aldaar gevestigd was). ARA, nr. 14238. Nassausche Domeinraad 1581-1811. De abdis diende in 1563 een rekest in als abdis van OLV in Domburg, abdij Waterlooswerve, om teruggave aan de abdij van goederen te Emelisse, Ekinge en Hamerstede. Bij dit rekest zitten de genoemde afschriften van oude oor konden uit 1255, 1258, 1270, 1287, 1297, 1302, 1487, 1498 en 1515. ARA, 14238. Nassausche Domeinraad. Ook bevinden zich in deze collectie een vidimus (is een akte waarbij degene, die haar uitvaardigt, verklaart een zekere akte hebben gezien en in zijn verklaring de tekst van die akte opneemt) van Graaf Willem III, gedateerd 30 november 1305 te Zierikzee en deze be vatte vijf eerdere oorkonden van de Hollandse Graven inzake het klooster: van Graaf Floris V, 9 augustus 1289 (zie nr.2413), van Rooms Koning Willem II, 23

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 22