zeven laatste regels van de tweede kolom
van de rectozijde, alsmede de zeven laatste
regels van de linkerkolom en de helft van
het eind van de rechterkolom van de ver
sozijde. De tekst is in zwarte inkt geschre
ven, waarbij de titels en andere aanduidin
gen in rode inkt ('rubriek') zijn toegevoegd.
Er zijn geen versierde initialen te zien, wel
vindt men twee rode initialen (een I en een
M), 'lombarden' genaamd.
Op zich is dit alles niet uitzonderlijk en
op het eerste zicht lijkt dit ook niets met
Noord-Beveland of Zuid-Beveland te ma
ken te hebben. Toch is het een interessant
document voor de middeleeuwse geschiede
nis van het eiland Noord-Beveland. Van
het oude eiland, dat van vóór de overstro
ming bij de Felixvloed in 1530 en 1532, is
immers niet heel veel bekend of bewaard.
Op een bepaald moment is dit missaal na
melijk uit de roulatie geraakt en werd het
boek versneden. Het perkament was nuttig
als versteviging in boekbanden die door de
uitvinding van de drukpers in steeds gro
ter aantal nodig waren. Op dezelfde wijze
ook vond dit fragment zijn weg naar een
exemplaar van de Historia scholastica van
Petrus Comestor, gedrukt te Parijs in 1513
(17 augustus) door Jean Frelon, waar het
tegen de binnenkant van het voorplat werd
geplakt.1' Het boek wisselde vrij kort na
de aanschaf door de eerste eigenaar al van
bezitter, zoals blijkt uit de vroeg-zestiende-
eeuwse aantekening aan de binnenkant
van de band, waar de (verder onbekende)
eigenaar van het boek op het perkament
vermeldde van wie hij het boek gekregen
had:
Hu(n)c libru(m) michi dederat d(omi)n(u)
s franco gerrardi pastor in campis p(ro)pe
veris
'Dit boek gaf mij heer Franco Gerardsz.,
pastoor in Kampen nabij Veere.'
Daarmee zitten we dus wel zeker op Noord-
Beveland en wel in de periode vóór de over
stromingen van 1530 en 1532: bij de inpol
dering vanaf 1598 zou het eiland immers
calvinistisch zijn en was er geen plaats
meer voor een pastoor.
In de inschrijvingsregisters van de oude
Leuvense universiteit vinden we de imma-
triculatie terug van een Franco Gherardi
de Canferis, Traject, dyoc. en wel voor 26
februari 1490.21 Traject, dyoc. (voluit: Tra-
jectensis dyocesis) is de aanduiding van
het bisdom, in dit geval Utrecht. In de
Leuvense registers worden voor de plaats
van herkomst meestal de woonplaats en
het bisdom (dus niet het wereldlijke vor
stendom) aangegeven. Canferis lijkt op het
eerste gezicht moeilijker, maar wellicht
gaat het hier om een fonetische spelling
van Campveris, 'Veere' dus. In dat geval
zou Franco Gerardi aan de overkant van de
plaats waar hij later pastoor zou worden,
zijn geboren. Onmiddellijk na de inschrij
ving van Franco Gerardi in het Leuvense
register lezen we overigens (nr. 31): Petrus
filius Johannis de Canferis, Traject. Dyoc.,
zodat we met andere woorden een tweede
Veerse immatriculatie hebben, nu van Pe
trus, zoon van Johannes. Het is altijd wat
gewaagd om personen uit verschillende
soorten bronnen met elkaar te identifi
ceren. In dit geval echter is de absolute
gelijkenis van de naam Franco Gerardi zo
frappant (terwijl ook het geografische ka
der mee lijkt te spelen) dat we met een aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
ervan mogen uitgaan dat het om dezelfde
persoon gaat als de eerste eigenaar van het
boek. Daarmee verdicht de biografie van
Franco Gerardi zich: hij werd geboren in
Veere, studeerde in Leuven (inschrijving in
1490) en keerde vervolgens terug naar Zee
land, waar hij pastoor in Campen werd.
Merkwaardigerwijs komt Franco Gerardi
niet voor als pastoor van Kamperland
(Campen) in de rekeningen van de offici-
aal van de aartsdiaken van de Utrechtse
Dom.3' Deze rekeningen geven een aan
eensluitende lijst van namen voor de pe
riode 1481-1521. Vóór 1481-82 wordt een
Johannes Cornelii 4) genoemd die na zijn
overlijden in dat jaar wordt opgevolgd door
Wolfardus Symonis.5' Bij het overlijden van
deze in 1512 ontstond er strijd om de be
noeming waardoor Adrianus Johannis6' die
aanvankelijk benoemd werd, al in 1513-14
moest wijken voor Michael Cornelii.7) Na
de dood van deze in 1518 ontstond er op-
28