waren begeesterend. Als de Heemkundige Kring De Bevelanden hem op het pro gramma zette, was steevast de ruimte van de bijeenkomst te klein. Lokale historische verenigingen konden op zijn belangstel ling rekenen; zelf richtte hij de Historische Kring Tussen Rijn en Lek op, waarvan hij jarenlang voorzitter was. Zijn interesse in het protestantse geestelijk leven in de ne gentiende eeuw in Zeeland, begonnen met de verhalen over Budding en de kerkelijke gezindheid van zijn ouders, leidden tot de dikke studie Gereformeerd en evangelisch. De Heemkundige Kring heeft het voorrecht gehad enkele studies van Dekker uit te mogen geven: die over de stichting van de parochie Biezelinge in 1529, en over een Zeeuws dorp in de middeleeuwen, dat na tuurlijk alleen maar over Wemeldinge kon gaan. Nooit eerder werd de middeleeuwse structuur van een Zeeuws dorp zo ragfijn uit de doeken gedaan. Het is een school voorbeeld voor verder onderzoek. Na zijn pensionering in Utrecht zette hij zich aan het inlossen van een belofte die hij zichzelf in het boek Zuid-Beveland had gedaan: het beschrijven van de middeleeuwse geschie denis van Goes. Het Gemeentearchief van Goes en de toenmalige archivaris Allie Barth kregen van het gemeentebestuur groen licht om hieraan mee te werken. De gedrevenheid van de onderzoeker Dekker werkte aanstekelijk en was erg leerzaam. Het boek 'Een schamele landstede' ver scheen in 2002. Het was Dekker die aan alle twijfel over het tijdstip van de stad- wording van Goes een einde maakte. In 1405 vond dit plaats, daarmee de gemeente een feestjaar in 2005 aan de hand doend. Op allerlei manieren volgde Dekker histo- risch-wetenschappelijk onderzoek; hij nam alleen met het beste genoegen, en onder zoekers die hem raadpleegden, betreurden dit soms achteraf. Voor hun gevoel moesten ze soms, na de kritische beoordeling van de kenner bij uitstek, helemaal opnieuw beginnen. Het resultaat was wel een veel beter onderzoeksresultaat. Aan het einde van zijn leven publiceerde hij met Roland Baetens, medestudent aan de Universiteit van Gent, een studie over de pogingen tot herdijkingen in het verdronken oosten van Zuid-Beveland. Baetens memoreerde bij de uitvaart van Cornelis Dekker zijn eerste bezoek aan Wemeldinge bij de ouders van Dekker: in het monumentale huis in de Dorpsstraat, zijn moeder in klederdracht, en de vader van Dekker hardop in de Sta tenbijbel een gedeelte over de gastvrijheid voorlezend, uit die wereld kwam Cornelis. Het stelde hem in staat om van daar uit een link met het verleden te leggen, om met behulp van de bronnen zich een beeld van het verleden te vormen en dit te beschrijven. Zijn boeken zullen de herinne ring aan hem levend houden. Frank de Klerk 41

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2013 | | pagina 43