geworden over het zeilen, motoren en de
bouw van o.a. ijzeren zeilschepen.
De auteurs hebben vele uren gesproken
met de voormalige eigenaren van de vier
zusterschepen.
Je komt veel te weten over de manier van
zeilen, de havens die bezocht werden,
de bouw van en de reparatie aan de
schepen en de ombouw tot motorschip.
Zeer interessant voor de lezers die
belangstelling hebben voor deze technische
gegevens.
In de gesprekken zal ook gesproken zijn
over het dagelijkse leven aan boord. Ik
had graag iets gehoord over de rol van
de echtgenote en de kinderen aan boord.
Hoe waren de leefomstandigheden op
het schip. Tot welke maatschappelijke
groep(en) behoorden ze? Hoeveel verdiende
een schipper en hoe verhield zich dat tot
de toenmalige gemiddelde inkomens?
Ik vind dat het sociale aspect van het
schippersgezin onderbelicht is gebleven.
Hugo de Potter
genoemd. Begin twintiger jaren werd ze
in gebruik genomen en ze bleef dat tot
ver na WO II. De zijschroefinstallatie was
aanzienlijk goedkoper dan een ingebouwde
vaste motor. Duizenden zeilschepen
werden er mee uitgerust.
In het laatste deel van het boek word
aandacht besteed aan de oprichting van
de 'Stichting Zeeuwse Klipper Avontuur'
in 1983. Dankzij deze stichting is een
zeldzaam schip behouden, d.w.z. een
grote rivierklipper van kort na 1908. De
Avontuur behoort tot de laatste generatie
binnenvaartschepen die nog als zeilschip
waren gebouwd.
Conclusie
Het is een mooi boek geworden met een
schat aan foto's en tekeningen. De niet
deskundige lezer zal zeker de verklarende
woordenlijst nodig hebben om o.a. de
gesprekken met de schippers te kunnen
volgen.
Het is vooral een technisch verhaal
Afb. 3. Een complete zijschroefinstallatie, meestal aangebracht aan stuurboord. Dit
exemplaar staat aan boord van de steilsteven 'Dankbaarheid' van Hans en Agnes Visser in
Zwolle. (Foto: H. de Groot, Vries.)
48