Afb.2. De vrouw van de Belgische arts dr. A. Cuy- pers uit Aartselaar met vier van haar kinderen gekleed in Zeeuwse kle derdracht in de tuin van een gastgezin te Hein- kenszand in de zomer van 1915. (Foto uit het boek.) drage nr. 22 en nr. 24 in dit boek is sprake van een Zeeuwse connectie. In verhaal nr. 22 met als titel Een mysteri euze familiefoto ontraadseld te Aartselaar is een foto opgenomen van het uit deze plaats gevluchte artsengezin van dr. Au gust Cuypers. De bij dit artikel geplaatste afbeelding is voor de Bevelandse lezer zeer merkwaardig. De vrouw van dr. Cuypers en vier kinderen uit dit gezin dragen op deze foto Zeeuwse klederdracht. Uit de toelich ting blijkt dat dit gezin bij het begin van de oorlog een tijdelijk onderkomen in Hein- kenszand had gevonden. Op de foto geniet een deel van het gevluchte gezin Cuypers van een theetafel in een Zeeuwse tuin. De vraag wordt in deze bijdrage aan de orde gesteld of het afgebeelde (thee)tafereel nu een voorbeeld is van perfecte tijdelijke integratie of dat hier mogelijk sprake is van iets wat in scene is gezet voor degenen die in België - al of niet noodgedwongen - zijn achtergebleven. Hoe dit ook zij, op de achterzijde van deze foto schreef me vrouw Cuypers op een luchtige manier het volgende aan haar man: Gij bezit toch wel dwazige familie in Zeeland, nietwaar En verder: Het staat ons hier niet tegen, we zijn het huis zo goed gewoon. Waar deze foto in Heinkenszand op een mooie zomerdag is gemaakt valt voor ons niet te achterhalen. Misschien kan een van onze lezers hierbij de helpende hand bieden? Een informatieve bijdrage is voorts onder gebracht in nr. 24. Dit gaat over Belgische kunstenaars in ballingschap, onder meer in Zeeland. Het kunstenaarsmilieu in Domburg en Veere was al voor de Eerste Wereldoorlog bekend bij de Belgisch kun stenaars. Vandaar dat verschillende Bel gische kunstenaars na de Duitse inval een tijdelijke toevlucht op Walcheren hadden gezocht. Zo verbleef het gezin van de be kende Belgische kunstenaar Posenaer ge ruime tijd in de Heerenstraat te Domburg. Overigens keerden sommige kunstenaars na hun vlucht naar Nederland al weer snel terug naar hun vaderland. Samenvattend zijn deze microgeschiedenis sen over de Eerste Wereldoorlog onderge bracht in een zeer fraai uitgegeven boek. Het is ook een echt kijk- en bladerboek. Voorzien van een harde kaft ligt dit rijk geïllustreerde boekwerk bij het raadplegen plezierig in de hand. Het is echter een ge mis dat geen kaartmateriaal in het boek is opgenomen. Om de verhalen in de dorpen geografisch te kunnen plaatsen is de lezer min of meer verplicht om een goede kaart van het Nederlandse en Belgische grensge bied voortdurend bij de hand te hebben. Otto W. Hoogerhuis 112

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 116