wijs aan hen die dat nodig hadden. Het ging allemaal in diensttijd en, hoewel het geen professoren zijn geworden, velen van hen konden zich later behelpen, ook mijn vriend. Die jongen is er ook al niet meer, maar zijn vrouw ontmoet ik nog vaak en we halen dan die tijd en schrijverij nog wel eens op. Door de weinige veranderingen en het gere geld naar huis mogen verliep de tijd toch nogal snel en zo eindigde het jaar 1914. Het nieuwe jaar bracht geen verandering in de oorlogvoering. Het gedreun van de zware kanonnen was, wanneer de wind uit het zuiden kwam, tot ver in het zuidelijk deel van ons land te horen. Onze marine had ook handen vol werk. De Duitsers waren erg gul in het strooien van mijnen en veel daarvan spoelden op onze kust aan, waarna ze door hen vakkundig onschadelijk werden gemaakt. Echter, in het voorjaar van 1915 spoelde er weer zo een aan op Borrendamme, vlakbij de landbouwer Catshoek. Zijn zoons deden geen aangifte en belust op 't koper dat ze er aan zagen, zouden ze hem wel eens even demonteren, 't Gevolg was dat alle drie de broers plus een arbeider en nog een jongen de lucht in vlogen en werden vernietigd. Het wonderlijke bij dat geval was, dat ze een hondje bij zich hadden dat het wel overleefde. Wij hoorden dat al vrij vlot en waren zeer met het lot van de familie begaan. Hoe erg zo'n geval ook mocht zijn, het was in elk geval een aanwijzing voor anderen om er bij een eventuele aanspoe ling met hun vingers af te blijven en een veilige afstand te bewaren. Op het fort werd inmiddels gefluisterd dat we het wel eens zouden kunnen gaan Afb. 2. Deze groepsfoto is in augustus 1917 in een militair tentenkamp te Gilze-Rijen ge maakt. Met het opsteken van zijn hand geeft Arie aan dat hij over vijf dagen met groot verlof gaat. De twee middelste militairen op deze foto hebben een geweer van het type Mannlicher M.95 vast, het standaardgeweer van de Nederlandse krijgsmacht. (Collectie Van Loo.) 7

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 11