met veel dingen wel eens behelpen, maar
in die tijd waren er wel meer moeilijkheden
die overwonnen moesten worden.
In de winter van 1914 op 1915 was ik bij
mijn schoonouders ingetrokken. Het waren
hardwerkende mensen. Ze woonden op de
Scheepstimmerdijk en achter hun huis
hadden ze een grote tuin. Veel te groot voor
eigen gebruik maar dat zou z'n nut nog wel
afwerpen. In die tijd slachtte elke werk
man liefst een zo groot mogelijk varken,
dus zo'n beest hielden zij ook. Bovendien
hielden ze een geit en dat was in die tijd
ook van groot belang. Ik kwam dus niets
tekort als ik met verlof kwam. Dat varken
zou echter voor hen voorlopig het laatste
zijn. Na het distribueren van de levensmid
delen werden de landbouwgewassen aan
een controle onderworpen. Dat hield onder
meer in dat er geen varkensvoer mocht
worden verkocht. Een landbouwer mocht
een zeker kwantum van zijn opbrengst
behouden, maar voor een particulier was
er niets meer te krijgen. Nu was er nog wel
eens wat 'achter de mast' te krijgen, maar
veel was dat niet en het was altijd tegen
hoge prijzen. Hoe dat was voor de mensen
die gewend waren een varken te houden, is
wel te begrijpen. Daarbij kwamen ook nog
de andere moeilijkheden met het voedsel
pakket. Letterlijk alles was op de bon en er
moest heel zuinig mee worden omgespron
gen. Men kreeg bijvoorbeeld 4 ons brood
per dag en verder alles naar evenredigheid.
Het brood was eigenlijk niet eetbaar, maar
je had niet anders. Als je een boterham van
zo'n broodje sneed, moest je tegelijk een
ander mes hanteren om het broodmes af
te strijken, 't Was een kleffige massa. Er
werd van alles in verwerkt, zoals bonen en
erwtenmeel.
Zo kwamen er ook spoedig surrogaten voor
andere levensmiddelen. Voor koffie, thee,
tabak en vooral zeep. We kregen toen de
'kleizeep'. Het schuimde niet en je waste er
alles mee kapot. Voor de vrouwen was dat
iets verschrikkelijks want er moest natuur
lijk wel worden gewassen. Wat de textiel
betrof was er ook nauwelijks meer iets te
krijgen, daar we geheel van het buitenland
waren afgesneden. Er kwam toen een rege
ling volgens welke elk gezinshoofd naar het
aantal gezinsleden een aantal textielpun
ten voor een bepaalde periode kreeg. Was
er nu iets te koop dan kocht je dat voor de
vastgestelde prijs plus je punten. Nu was
er geen van de winkeliers die je zonder
punten iets leverde, want bij de inkoop van
zijn artikelen moest hij ook weer textiel
punten inleveren. Zo hing het een met het
ander samen. Ook met de levensmiddelen
werd het steeds minder. Kon je een land
bouwer nog eens iets uit de handen wrin
gen, dan stond je weer voor de moeilijkheid
datje niets kon laten malen bij de mole
naar, want er werd alleen aan landbouwers
een maalvergunning gegeven, 't Gevolg was
dat als je iets had bemachtigd je er maar
met de koffiemolen op af ging. Ik zie mezelf
op m'n vrije dagen nog wel zitten met zo'n
ouderwetse kniekoffiemolen. Het eind was
er aan zoek, maar het rantsoen kon weer
eens met een broodje worden aangevuld.
Soms kon er dank zij onze geit weer eens
pap gekookt worden. Het ergst was het wel
als je gerst had gemalen. Daar werden dan
koeken van gebakken, maar dat was iets
verschrikkelijks. Als je 's morgens een ger
stekoek gegeten had, hoestte je 's avonds
nog en het bleef kietelen in je keel. Ik hoef
eigenlijk niet te zeggen dat we het, wat
betreft de voeding, in dienst beter hadden.
We brachten de winter van 1915 op 1916
door in Kruiningen, maar in het voorjaar
van 1916 vertrokken we van daar naar
Cadzand. Ook deze reis ging weer volgens
de gewoonte: te voet. We staken over bij
Hansweert en liepen met onderbrekingen
te Zaamslag en Axel door geheel Zeeuws-
Vlaanderen naar Cadzand. We werden on
dergebracht in het dorp, maar onze dienst
was in het haventje van Cadzand, dat is
het uiterste zuidwestelijke puntje van ons
land.
We waren bij aankomst weer snel ingebur
gerd, maar de eerste order die ons bereikte
was dat de verloven waren ingetrokken. Nu
was dat al meer gebeurd, maar deze keer
zou het heel lang duren, maar dat wisten
we natuurlijk niet van te voren. Zo'n maat
regel was doorgaans het gevolg van een
verhoogde spanning in de landen om ons