tus 1914 zonder formele oorlogsverklaring
België binnen. De Duitse troepenmacht be
stond uit 850.000 goed bewapende mannen.
België had op dat moment de beschikking
over een leger van 200.000 man.
In eerste instantie zou het Duitse aanvals-
leger langs Antwerpen heen trekken, maar
dit plan werd later gewijzigd. De Duitsers
stuurden een legermacht naar Antwer
pen om de Belgische koning en zijn daar
samengetrokken troepen vast te houden,
terwijl de rest van hun troepen naar de
Frans-Belgische grens kon oprukken. Het
Belgische verzet in Antwerpen was heviger
dan verwacht. Antwerpen kreeg te maken
met zware luchtbombardementen en op 27
september 1914 openden de Duitsers de
aanval op de fortengordel rondom de stad.
De val van Antwerpen was een feit op 10
oktober 1914.
Bombardement op Antwerpen
Op 6 oktober 1914 schatte het Antwerpse
gemeentebestuur de situatie zo ernstig in,
dat de burgers werd geadviseerd om de
stad zo snel mogelijk te verlaten. Dit advies
werd door veel inwoners opgevolgd. In de
nacht van 7 op 8 oktober werd Antwerpen
door de Duitse aanvallers zwaar beschoten.
Over de hevigheid van deze beschietingen
op Antwerpen is een impressie te vinden in
het nieuwsblad De Zeeuw
We mochten het uit de mond der Belgen
zelf vernemen. De nacht van Woensdag op
Donderdag was een nooit te vergeten ure
van angst en ontzetting. Ongeveer te mid
dernacht was het geschut der Duitschers
zóó gericht, dat de bommen en granaten in
de stad hun uitwerking hadden, 't Werd een
onhoudbare toestand. Onafgebroken werd
het suisende en sissende geluid der helsche
projectielen vernomen, straks, wanneer ze
hun doel bereikt hadden, de oorverdoovende
ontploffingen, gepaard gaande met gekraak
en gerinkel en de angst- en wanhoopskreten
van een tot razernij gevoerde menigte.
Ondertusschen kruisten de Zeppelins en
de "Tauben" geheimzinnig boven de stad,
hun verderfzaaiende projectielen in grooten
getale naar beneden slingerende.
't Was een ontzettende nacht, waarin menig
koffertje haastig gepakt is, om per eerste ge
legenheid dit oord des gevaars te verlatend
Grote aantallen burgers vluchtten
daarop naar het neutrale Nederland.
Na de beschietingen op 9 oktober 1914
was Antwerpen grotendeels verlaten. Er
verbleven toen nog maar 10.000 van de
400.000 inwoners in de stad.
Opvang vluchtelingen
Vanaf het moment dat de Duitsers op 4
augustus 1914 België binnenvielen sloegen
dagelijks steeds meer Belgen op de vlucht
naar Nederland. Na de val van Luik kwa
men de eerste Belgische vluchtelingen naar
Nederland. Dit waren er een paar duizend,
met name vrouwen en kinderen, die in
Nederlands Limburg werden opgevangen.
Door de plaatselijke bevolking werden de
vluchtelingen in het algemeen goed ont
vangen. Er waren Nederlanders die geld,
kledingstukken en levensmiddelen gingen
inzamelen. Soms stelde men zelfs een deel
van het eigen huis ter beschikking voor de
huisvesting van Belgische vluchtelingen.
Het grootste aantal vluchtelingen werd
bereikt na de Duitse beschieting van Ant
werpen na 6 oktober 1914 en de daaropvol
gende dagen. Het aantal vluchtelingen in
Nederland werd toen geschat op ongeveer
een miljoen personen: 500.000 in Noord-
Brabant, 400.000 in Zeeland en 100.000 in
Limburg. De hoofdstroom van de vluchte
lingen richtte zich in Noord-Brabant op de
plaatsen Roosendaal en Bergen op Zoom.
De toegangswegen in dit gebied raakten
vrijwel verstopt. Illustratief is in dit ver
band de situatie die in en rondom Bergen
op Zoom ontstond. Op een inwoneraantal
van 16.500 inwoners waren in deze stad
bijna 100.000 vluchtelingen aangekomen.
De situatie in Bergen op Zoom was com
pleet chaotisch. De vluchtelingen waren
gedwongen dagen lang in de bosschen te
kamperen; het aantal binnenstroomenden
was hier zoo groot, dat op één dag tussen
Putte en Bergen op Zoom, een afstand van
18 K.M., een onafgebroken stroom van
menschen met voertuigen, vee, kruiwagens,
kinderwagens, enz. stond, die niet voor-
noch achterwaarts kon.4>
18