Afb. 2. Turf spitten in de Yerseke Moer. In het midden bij de pijl Daan van Boven.
komen. Om de vluchtelingen, die vaak niet
veel hadden kunnen meenemen te kunnen
onderhouden, konden ze een beroep doen
op steun van verschillende kanten. Om ze
van extra kleding te voorzien werd in het
dorp een kledinginzameling op touw gezet.
En voor levensmiddelen en andere onkos
ten konden de vluchtelingen een beroep
doen op het Provinciaal Comité tot hulpver
lening aan vluchtelingen in Zeeland.
Pachier en zijn vrouw kregen de familie
Van Tongeren uit Antwerpen in huis. Va
der, moeder, oma en drie kinderen Martha,
Madeleine en Marjan. Hoe lang de familie
Van Tongeren precies bij de familie De
Wee is gebleven, is mij niet bekend, maar
dat zal waarschijnlijk een paar maanden
geweest zijn.
Direct na de val van Antwerpen zaten er
maar liefst 1.200 vluchtelingen in Yerseke.
Na enkele maanden nam dat aantal af
doordat velen terug gingen naar België of
doortrokken naar andere plaatsen. In ja
nuari 1915 was het aantal vluchtelingen in
Yerseke al teruggelopen tot 151 en in mei
1915 waren het er nog maar 66.
In de tussentijd nam de werkloosheid
in Yerseke toe. Om die reden richtte de
gemeente een steuncomité op en zocht men
naar werkzaamheden die men door de wer
kelozen kon laten uitvoeren. Zo liet men
bijvoorbeeld straten verbeteren, de haven
uitdiepen, sloten dempen en weilanden
omspitten.
In de loop van de Eerste Wereldoorlog
ontstonden er ook tekorten aan bepaalde
goederen, zoals levensmiddelen en brand
stoffen. Net als in veel andere gemeenten
werd ook in Yerseke een distributiesysteem
ingesteld. Zaken als brood en petroleum
kwamen op de bon en de prijzen liepen
34