Marcherende militairen Een bekend beeld van het gemobiliseerde Nederlandse leger 1914-1918 dat men in geschiedenisboeken vaak tegenkomt, is een compagnie marcherende militairen. Het is evident dat de Nederlandse legerleiding de veelvuldige marsen in belangrijke mate ge bruikte om de paraatheid van het leger en de militaire discipline op een aanvaardbaar peil te houden. Uit gegevens die door militairen op de ach terzijde van ansichtkaarten naar de familie thuis werden geschreven blijkt dat veel en lange meerdaagse marsen werden afgelegd. Zo liep een veel gebruikte marsroute door Zuid-Beveland: van Roosendaal/Bergen op Zoom via Zuid-Beveland en Walcheren naar Vlissingen en omgekeerd. Soldaat Daniel Flikweert schreef op een kaart aan zijn broer Nico in Nieuwerkerk: Heden na een mars van 3 dagen te Waarde aangekomen. Inkwartiering was overal goed. Thans met 20 man op een zolder. Over nacht te Vlissingen, Heinkenszand, Kapelle. Hoe deze inkwartieringen organisatorisch verliepen is niet bekend. Waarschijnlijk zal er sprake zijn geweest van spreiding per dorp, omdat in een klein dorp de mogelijk heden voor tijdelijke huisvesting van een complete compagnie toch beperkt geweest zullen zijn. Op de bijgaande foto heeft een compagnie zich in 1915 op de Markt in Kruiningen verzameld. De militairen staan er ontspan nen bij; misschien zijn ze zojuist vanuit hun inkwartieringsadres naar de Markt ge komen. Het lijkt er op dat de presentielijst zojuist is voorgelezen en dat de militairen klaar staan om weer verder te marcheren. De meeste militairen op deze foto behoren tot het 14e Regiment Infanterie. Enkele militairen hebben het regimentscijfer 3 op hun kepie. Een mogelijk verklaring hier voor is de volgende: Enkele bataljons van het 3e Regiment Infanterie zijn per 1 april 1913 nader ingedeeld bij het 14e Regiment Infanterie. Waarschijnlijk behielden deze militairen van het voormalige 3e Regiment hun oude regimentsnummer. K Afb. 1. Militairen op de markt te Kruiningen, 1915. (Collectie gemeentearchief Goes.) 55

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 59