Duitse onderzeeboot getorpedeerd, toen het als hospitaalschip was ingericht om met gewonde krijgsgevangenen tussen ons land en Engeland te varen. Bij de aanlegplaatsen van de mailboten op de haven stonden grote kolenloodsen. In verband met de schaarste aan kolen door de oorlog waren deze loodsen nu nagenoeg leeg. Het legeronderdeel waarvan Willem deel uitmaakte werd in vrijgekomen ruimte in deze loodsen ondergebracht. Willem: We zijn daar anderhalve maand gebleven. In Vlissingen veel kou geleden. Wel hadden we de gelegenheid om uitvoerig Vlissingen te leren kennen met o.m. zijn verdedigings werken. We zagen ook het standbeeld van de grote vloodvoogd Michiel Adriaanszoon de Ruyter, wiens voeten in deze perioden meer dan eens gewassen werden door het zeewa ter dat bij ruw weer over de pier spoelde. Half december 1917 vertrok de compagnie van Vlissingen naar Middelburg en de manschappen werden hier ondergebracht in het inmiddels bekende gymnastieklokaal op de Groenmarkt, vlak onder de Lange Jan. Door de tonen van de Lange Jan werden de militairen hier regelmatig uit de slaap gewekt. Vanuit Middelburg vonden marsen plaats naar Serooskerke, Oranje zon en de duinen van Dishoek en Koude- kerke. Eind februari 1918 verhuisde de compagnie van Middelburg naar Biggeker- ke. Willem: Waar we werden ingekwartierd bijgoede mensen. Het beste kwartier dat ik ooit heb gehad. Het waren arbeidersmen sen, de familie heette Johannes Simpelaar. We lagen hier drie weken. We gingen naar Zoutelande om er velddienst te doen en kwamen zo door Westkapelle, Oostkapelle, Meliskerke, Vrouwenpolder en Veere, zodat we veel van Walcheren gezien hebben. Op een avond werd Willem geroepen om met een aantal militairen in Brabant kwar tier te gaan maken. De andere dag ging dit kleine groepje kwartiermakers met de trein van Middelburg naar Wouw. Willem: Wij werden ingekwartierd bij een landbouwer, een half uur buiten het dorp. Na 2 dagen vertrokken we al weer naar Heerle, waar we bij een boer, genaamd Verhoeven, werden ondergebracht. Toen kwam de rest van ons onderdeel en het was gedaan met het goede leventje. Opnieuw exerceren en samen met de troep eten. Besluit Mobilisatieherinneringen van gewone militairen uit de eerste wereldoorlog zijn in het algemeen weinig aan het papier toevertrouwd. De opgetekende bevindingen van mijn grootvader geven een eeuw later een aardig inkijkje in het verloop van de diensttijd van een gemobiliseerd militair. De dagelijkse bezigheden bestonden tot vervelens toe uit wachtlopen en het maken van lange marsen. In de aantekeningen van mijn opa zijn geen gegevens te vinden over het oorlogs geweld in België. Dit is merkwaardig. Over de gevolgen van de oorlog in België moet vanaf de Nederlandse grens regelmatig iets te zien of te horen zijn geweest. Vrijwel zeker was bij de grens ten zuiden van Ossendrecht - waar Willem af en toe op wacht stond - het geluid van de kanonnen in het IJzergebied bij zuidwestelijke wind regelmatig hoorbaar.18) Willem maakt wel de nodige opmerkingen over de kwaliteit van de inkwartieringen en de soms onvriendelijke bejegening van de inwoners ten opzichte van militairen in Bergen op Zoom en omgeving. Zo merkt hij op dat de mensen in Zeeland en de Hoekse Waard beter voor de soldaten waren dan de mensen in West-Brabant. Bekend is dat de militaire aanwezigheid in West-Brabant tijdens de mobilisatie relatief groot was. De berichtgeving in kranten uit die tijd wijst dan ook regelmatig op spanningen tussen de militairen in de garnizoensplaatsen en de plaatselijke bevolking. 65 Literatuur: Jong, A.M. de, Frank van Wezel's roemruchte jaren, mili taire roman, Amsterdam 1954, 13e uitgave. Hochschild, Adam, Verzet en eendracht, De Grote Oorlog, 1914-1918, Amsterdam 2011. Noten: 1. De commandant van de stelling van de monden der Maas en der Schelde zetelde in de Koepoortstraat te Middelburg. 2. Voor de inkwartiering van militairen kreeg de bevol-

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 69