Vluchteling Charles Louis Verhoeven en zijn nazaten Cees van den Bovenkamp Als wij in ons land over de oorlog spreken, hebben we het meestal over de Tweede Wereldoorlog. In de landen om ons heen is dat duidelijk anders. In België, Duitsland, Frankrijk en Engeland kent men de Grote Oorlog - daarmee bedoelt men de Eerste Wereldoorlog. Veel herdenkingen in die landen zijn daar op gericht. Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neu traal gebleven, maar indirect kregen we toch met de oorlog te maken, vanwege de vele vluchtelingen die vanuit België naar Nederland kwamen. Eén van hen was de in 1914 in de grensstreek wonende Charles Louis Verhoeven, evenals zijn vrouw een Belg van geboorte. Later zijn ze allebei tot Nederlander genaturaliseerd. Hoe ook Nederland met de oorlog te maken kreeg Nadat in de maand juli van 1914 veel Europese landen in de oorlog betrokken waren geraakt, kregen onze zuiderburen Afb. 1. Tekening van de dodendraad. de inval van de Duitsers te verwerken. Antwerpen, de havenstad, viel. Tengevolge daarvan kwamen veel Belgische vluchtelin gen naar Nederland en ook onze provincie kreeg daar mee te maken. Doordat minder handel mogelijk was, kwamen er ook min der produkten naar Nederland. Daardoor ontstond schaarste. Veel dingen gingen op de bon. Zodoende werd ook het aanwezige voedsel gelijk onder de bevolking verdeeld. De toestroom van vluchtelingen uit België bracht nog meer gebrek aan voedsel en an dere belangrijke zaken voor het dagelijks leven met zich mee. Den elektrieken draad In de strijd tegen massale smokkelhandel langs de grens en omwille van het vluchten van vele Belgen naar Nederland, besloten de Duitsers in 1914 een draadversperring aan te leggen. Tussen april en augustus 1915 werd vanaf het Drielandenpunt bij Vaals tot aan de grens iets boven Knokke door bossen, langs rvieren en dwars door straten een meer dan 300 kilometer lang hekwerk aangelegd. Die muur van prik keldraad kwam onder dodelijke stroom te staan van maar liefst 2.000 volt. Wie de draad maar even aanraakte, werd dodelijk getroffen en zijn of haar lichaam verkoolde. Omdat alle gezonde soldaten dringend nodig waren aan het front, werden voor de bewakingsklus minder geschikte, gewonde en oudere soldaten gebruikt. In het land, grenzend aan Zeeuwsch-Vlaanderen noem den onze zuiderburen deze dodelijke draad al gauw den elektriek of den elektrieken draad. Vluchtelingen In 1914 en 1915 kwamen veel van onze zuiderburen naar Nederland gevlucht. Vanzelf gingen de meesten aanvankelijk naar Zeeuwsch-Vlaanderen. Toen het daar overvol raakte, waren er veel die per boot overvoeren naar Walcheren en Noord- of 70

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2014 | | pagina 74