Afb. 7. Het remmingwerk in de binnenhaven.
apparatuur door onder meer het Ottenser
Eisenwerk was aan de orde. In juli 1914
schreef Ringers dat hij de onderbouw van
het station wilde laten maken en met de
AEG de levering van motoren wilde rege
len. Augustus 1914 kreeg minister Lely
van zijn topambtenaren te horen dat het
licht echt op groen kon.
En toen brak de oorlog uit. De Duitse in
dustrie zou niet leveren; het Ottenser Ei
senwerk ging granaten maken. Op zee wer
den blokkades gelegd. Invoer van elders
was net als over land onmogelijk.
De sluis was in 1916 af; energie werd gele
verd door een conventionele centrale van
Heemaf. De koningin kwam. Ringers was er
niet bij. Met een 'morele kater' was hij met
vrouw en twee zoontjes scheep gegaan naar
Nederlands-Indië waar hij aan de noord
kust van Java, in Semarang, ging werken
bij de Nederlandsch-Indische Spoorweg
maatschappij. Zijn salaris (2.800 gulden per
jaar in 1915) werd meer dan verdubbeld.
Maar gelukkig was hij er niet, noch zijn
vrouw, noch kleine Jan. De kleuter vroeg
bij ieder schip dat hij aan de rede van Se
marang zag verschijnen: Komt de boot ons
halenGaan we nu naar Hansweert?
Mevr. dr. Tessel Pollmann is geassocieerd
onderzoeker van het NIOD, Nederlands In
stituut voor Oorlogsdocumentatie. Geboren
1940 te Amsterdam, studeerde Nederlands
MO a en MO b, 1988 doctoraalexamen
Nederlandse taal en Letterkunde. In 2006
gepromoveerd op de studie Van Waterstaat
tot Wederopbouw, het leven van dr. ir. J.A.
Ringers (uitg. Boom, Amsterdam).
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur dan
een e-mail naar: info@hkdebevelanden.nl
Schrijven of bellen kan ook. Zie voor adres
en nummer de binnenzijde van het voor
blad.
16