aanzienlijk en welgesteld huisman was)
heeft geruime tijd als boereknecht gediend
en belandde naderhand op een pachthoefje
in Kats. In die kwaliteit was hij komen
te trouwen met Henrica Kerckman, haar
kost winnende met linnen naaien, die een
dochter was van schout Kerckman. Diens
boedel was tijdens leven en na de dood van
de weduwe zodanig insolvent, dat diverse
mensen onder wie de grootvader van Ja-
coba Ketelaar groot verlies geleden hebben.
Jacomijntje schetste dit verlies zo groot
van omvang, dat haar familie zonder het
bankroet van Kerckman rijker geweest zou
zijn dan de familie Haak Kerckman. En
dat de kerkbank van de familie Kerckman,
waarin Jacoba niet mocht zitten, eigenlijk
gekomen is uit de zak van de onbetaalde
crediteuren. Maar met Hendrik Haak ging
het voorspoedig. Hij ruilde zijn pachthoeve
in voor een brouwerij in de Voorstraat van
Colijnsplaat en Jacomijntje gaf grootmoe
dig toe, dat Hendrik tot een redelijke wel
stand was gekomen.
De bewuste kerkbank van Kerckman was
getooid met een zeker wapen. Nu was daar
onlangs tot ieders verwondering, schreef
Jacomijntje, een nieuw wapen aan toege
voegd, namelijk dat van de familie Haak
Kerckman. Hendrik Haak zou zich in zijn
leven als brouwer en burgemeester van
Colijnsplaat hiervan nooit bediend heb
ben. Het wapen kwam ook Adriaan Haak
onbekend voor. Vandaar het verschil in
achternamen tussen Adriaan enerzijds en
Hendrik en Pieter anderzijds.
Familie Kerckman
Hendrik Kerckman uit Nijmegen deed in
1603 als schout zijn intrede in het dorp Co
lijnsplaat.3' In 1625 verkreeg hij het ambt
van stadhouder erbij. Hij trouwde toen met
Margareta van Lodenstein, een rijke we
duwe uit Delft. Haar zuster was getrouwd
met de rentmeester van de Nassause Do
meinen, Jaspaer van Clootwijck. Zoals zo
veel overheidsdienaren pachtte Kerckman
ook een hoeve. Vanaf dit moment kon hij
zijn vroegere schulden aflossen en raakte
tot een zekere welstand. Hij overleed in
1635. Zijn weduwe bleef op de hoeve, maar
kocht later een huis in de Voorstraat. Voor
goed gezelschap hield zij een knecht in
dienst, lezen we in de Acta van de Neder
duits Gereformeeerde Kerk.4,5' Dit wijst
niet op een insolvente boedel van Hendrik
Kerckman, want dan had men de weduwe
daarvoor aangesproken. Dochter Henrica
werd in Nijmegen geboren op 26 augustus
1628 en in Colijnsplaat gedoopt op 8 sep
tember 1628.
Familie Haak
Adriaan Adrsz. Haak, gedoopt Zierikzee 11
april 1599 trouwde te Zierikzee met Tan-
neke Hendriks Vernaet uit Oostkapelle.6'
Zoon Hendrik werd te Colijnsplaat op 23
november 1625 geboren. Hendrik Haak en
Hendrica Kerckmans trouwden circa 1650.
De volgende vier kinderen spelen een rol
in dit verhaal: Margaretha gedoopt 14-12-
1653; Adriaan gedoopt 4-3-1657; Hendrik
gedoopt 29-9-1670 en Pieter gedoopt 16-9-
1673.7' Hendrik en Pieter zochten emplooi
in Veere. Hendrik als burgemeester en
Pieter behalve burgemeester ook schut
ter en deken bij schuttersgilde de Bussche
en diverse andere openbare functies. Het
Nieuw Nederlandsch biografisch woorden
boek vermeldt over hem: hij en zijn broeder
Hendrik hebben in 1695 de naam Kerck
man achter hun naam aangenomen en hun
wapen (zilveren kameelskoppen) met dat
van Kerckman gevierendeeld. Dit wapen
komt voor op een schilderij van de Busche
en de gemeente Veere heeft dat enige jaren
geleden laten restaureren.
Hendrik Haak senior was actief als land
man en later als brouwer. Ook was hij bur
gemeester van Colijnsplaat en Kortgene.
De opbrengst uit de brouwerij stelde Hen
drik in staat om steeds een stukje grond
erbij te kopen. In 1670 was Hendrica enig
erfgenaam van haar halfbroer Pieter Bo-
gaerdt, tijdens zijn leven vendumeester der
Admiraliteit van Zeeland.8' Dat laatste zal
mede bijgedragen hebben aan de uitbrei
ding van het grondbezit. Na het overlijden
van Hendrik en Pieter Haak-Kerckman
werd in 1750 circa 300 gemeten grond
onder de hamer gebracht. Het betrof de
boerderijen Klaverwijk en RusthoeveMar
gareta Haak had als weduwe van Leen-
dert van Meerenburg diverse percelen in
35