Het geweer M 95 J. de Jonge In een artikel in de Spuije, aflevering 93, wordt een beschrijving gegeven van het Nederlandse infanteriegeweer in de Eerste Wereldoorlog. Hier zou ik een en ander aan willen toevoegen. De albeelding in Spuije 93 is overigens niet van het Nederlandse geweer M 95, maar van het Oostenrijkse geweer M 95. Omdat ons geweer oorspron kelijk ook uit Oostenrijk stamt, ontstaat een dergelijk misverstand vrij gemakkelijk. Het Nederlandse geweer was echter met een 'conventionele' grendel uitgerust en het Oostenrijkse geweer M 95 had een zo genaamde geradezug-vergrendeling, dwz. bij het laden moest het sluitstuk enkel naar voor en naar achter bewogen worden en niet eerst naar boven en dan pas naar achter. Het principe van het geradezugver- schluss was dat er sneller mee herladen kon worden, dus dat de vuursnelheid per minuut hoger zou liggen. De daadwerke lijke vergrendeling van loop en sluitstuk op het moment van het afgaan van het schot wordt daarbij meestal gerealiseerd door een draaiende grendelkop, die met schuine langs elkaar glijdende vlakken en uitste kende vergrendelingskammen verkregen wordt. Dit werkt dus heel anders bij een conventionele vergrendeling, waarbij de echte vergrendeling met de hand bewerk stelligd wordt tijdens de neerwaartse bewe ging van de grendel. Het geradezug-princi pe treffen we ook aan bij diverse Zwitserse geweren en bij het Canadese 'Ross' geweer, maar eigenlijk is het nooit erg populair geworden. Nu terug naar het Nederlandse geweer M 95. In 1886 werd door de regering een 'commissie ter bestudering van het geweer- vraagstuk' ingesteld. Hun taak kwam er op neer om een goede opvolger te vinden voor het Beaumontgeweer van 1870. In diverse landen en bij verschillende fabrie ken werden inlichtingen gevraagd. Men had met veel problemen te maken: in de eerste plaats financiële, verder de keuze uit verschillende laadsystemen. Moest er naast het repeteersysteem ook een moge lijkheid zijn om het geweer als enkellader te gebruiken? Moest het laadsysteem wer ken met een zogenaamde 'afstroophouder'? Hierbij moesten de patronen, nadat de houder in een uitsparing van het grendel huis was geplaatst, uit de patroonhouder in het magazijn worden gedrukt. Men dacht echter dat dat, vooral voor soldaten met dikke duimen, bezwaarlijk zou kunnen zijn. Daarom werd gekozen voor het zgn. Mannlicher-stelsel, waarbij de houder met de vijf patronen in zijn geheel in het maga zijn gedrukt moest worden, waarna na het laatste schot, de houder langs onder uit het magazijn valt. Om dat mogelijk te maken, Afb. 1. Het geweer M 95, Nederlandse uitvoering. (Alle afbeeldingen: J. de Jonge, Oorlogsmu seum Ossendrecht.) 42

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2015 | | pagina 46