-9- Helaas zette hij de slechte traditie van zijn voorgangers voort. Reeds een jaar later komen er klachten. Iemand heeft op zondag een gelag gehouden "met kaerte te laeten spelen", en meester van den Doele was in dat gezelschap. Een jaar later is het nog gekker. We lezen: "Is in aen- merckinge genomen, dat Jan Balluij te Paese in vrouwe- kleederen sich heeft gekleet. En soo in de herberghe is gegaen. En dat meester van den Doele in dat gezelschap is geweest". Dit kon natuurlijk geen genade vinden in de ogen van de kerkeraad. Maar veel haalde de vermaning niet uit, evenmin als aanwijzingen voor een beter waarnemen van de dienst in de kerk. Eerst tegen 1730 is de verhouding tussen schoolmeester en kerkeraad goed. Dan wordt hij zelfs tot ouderling gekozen. Met tussenpozen zat hij in de kerkeraad tot zijn dood toe, eind 1751 of begin 1752. Pas in augustus 1752 maakt men plannen om een nieuwe schoolmeester te benoemen. Maar eerst wordt voor de zo veelste maal het reglement uitgebreid, 6 artikelen "zijnes pligts ten opzigt van den openbaren Godsdienst" en niet minder dan 33 "regulen, van hem als schoolmeester te be tragten" Van de eerste afdeling noem ik alleen artikel 5: "In de Zondagavont-katichisatie zal hij antwoorden tot stigting der gemijnte en om tot het onderwijs der jeugt bequamer te worden". Wat de tweede afdeling betreft: artikel 7: "Hij zal de bequaamste leerlingen eens ter week een Capittel uijt Gods Woort laten lesenen hij zal in dat lese wel zorg dragen, dat de lesers de blasende H, daar het nodig is laten horen en agterlaten daar het niet vereijst word". (De Zeeuwen hadden toen ook al last met de letter H.'). artikel 10: "Hij zal hunne pennen tweemaal des daags ver snijden" artikel 20: "Hij zal de school, zo veel doenelijk is, in stilte en ordere houwden, de jeugt eer dwingen door ont zag, schaamte, in eeren prikkelen, als door slage; dog als hij daar toe moet komen, zal hij gematigthijd gebruij- ken"

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1975 | | pagina 9