-16- PLOMPE TOREN Of deze toren de "zegevierende bekroning" van de eerste, dan wel van de tweede kerk is geweest, is niet zeker De eerste kerk was waarschijnlijk gewijd aan St.Maarten en had twee bijaltaren, n.l. voor het Heilig Kruis en de Maagd Maria. Reeds vroeg moet het een kerkdorp van betekenis zijn geweest, want in 1322 schonk graaf Willem de Goede de kosterij van de kerk aan Pieter Dankaerts- zoonDe kerk was toen dus nog grafelijk bezit, wat niet van de heerlijkheid zelf gezegd kan worden. In 1313 n.l. was de ambachtsheerlijkheid, afkomstig van Heer Jan van Haamstede, door Graaf Willem III aan zijn neef, de bekende Witte, gegeven. De dorpskerk van Koudekerke verkeerde waarschijnlijk in de vijftiende eeuw reeds in slechte staat, wat gezien het volkrijke dorp met vermaarde jaarmarkt en een winst gevende kosterij, toch wel op hoge ouderdom wijst. Toen in 1468 dit ambacht, tegelijk met het ambacht Haamstede, door de Prins van Gruithuize werd aangekocht, heeft deze daar een nieuwe kerk gebouwd "ter ere van den Almachtigen God; van de glorierijke Maagd en Moeder des Heeren, Maria; van alle heiligen en van Sint Maarten, de patroon dezer plaats". Hoewel uit het register van de aartsdiaken van de Utrechtse Dom, van de eerste kerk geen patroon vermeld wordt waaraan de kerk was gewijd, blijkt uit de wijding van de tweede kerk dat Koudekerke Sint Maarten als schutspatroon had. Hieruit mag aange nomen worden dat de jaarmarkt of kerkmis gevierd werd op Sint Maarten.(11 november). De tweede kerk zal gebouwd zijn in het laatste kwart van de vijftiende eeuw. Toen was er nog geen gevaar voor ondergang, want in 1475 lag de zeedijk nog 3 km.van het dorp verwijderd. Aangezien er bij de tweede kerk alleen gesproken wordt van een kerk en niet van een toren, is het aannemelijk dat de laatste al bestond en de eerste kerk als bekroning gediend had, wat gezien de stijl van dit bouwwerk zeker niet onmogelijk geacht moet worden. Bewijst het leggen van de diverse inlagen een snelle achteruitgang van deze omgeving, hetzelfde is af te leiden uit het genoemde register, waarin de laatste

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1975 | | pagina 18