Het boomzagen Inleiding Omstreeks 1920 was ik als kind altijd geobsedeerd door het boomzagen in ons dorp in West Zeeuws-Vlaanderen. Dan kwamen twee mannen bomen in planken zagen. Die bomen hesen ze met een zaagbok (windas) op twee hoge schragen. Eén man stond dan op zijn sokken boven op die boom en de andere man er onder. Een grote zaag ging op en neer, op en neer en aldus veranderde de boom in een aantal planken. Ik kon daar uren bij blijven rondhangen en met andere kinderen ondertussen spelen op de stapel bomen welke daar lag. Soms werd dat spelen verboden omdat een boom op de stapel te wankel lag en er af zou kunnen rollen. Zo leefde dat in mijn herinnering voort. Na mijn zevende jaar was dat boomzagen op deze manier voorbij. De techniek had ook in onze streek haar invloed doen gelden en het zware handwerk werd verricht door machines. Ik groeide op, verliet mijn dorp en werkte in de loop der jaren in Noord-Brabant, Gelderland, Zeeland en Zuid-Holland tot ik werd gepensioneerd. Ik verliet Zeeland destijds van het uiterste zuidwesten uit en kwam in het noorden van onze provincie weer terug in het overal in Zeeland zo bekende polderlandschap. De zoektocht Dat gepensioneerd zijn gaf voor mij geen problemen, want ik lees veel en heb als hobby: modelbouw, en wel in het bijzonder modelbouw met betrekking tot het boerenbedrijf. Dat had ik van kindsbeen af gekend en ik was er in opgegroeid. Ik kende ook alles van wat zich in ons dorp afspeelde, dus ook dat boomzagen bij de wagenmaker. Bij de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers waren haast alle tekening op schaal van de werktuigen in de landbouw en de wagenmakerij en rijtuigbouw te verkrijgen, maar helaas niet van het boomzagen. Ik ging toen alles bezoeken wanneer ik dacht iets te kunnen aantreffen wat op mijn onderwerp betrekking had. In het Openluchtmuseum te Arnhem hadden ze wel een model voor het houtzagen, doch dat was heel anders dan ik op ons dorp gezien had en het was dan ook voor mij niet interessant. Ik ben verder gaan zoeken, want ik moest en zou „ons" model vinden. Enige jaren geleden las ik in de krant dat op tweede paasdag in Waspik een demonstratie zou worden gegeven van allerlei oude ambachten, waaronder ook te zien zou zijn hoe ze vroeger een boom tot planken zaagden. Ik ben daarheen gegaan met fototoestel, duimstok en papier. Het was werkelijk hoogst interessant wat daar te zien was en ik kan iedereen aanbevelen op tweede paasdag naar Waspik te gaan. Maar.... de boomzagers waren er niet. Hadden afgebeld vanwege een sterfgeval in hun familie. De voorzitter van het organisatiecomité in Waspik vertelde mij dat deze boomzagers (Belgen) dezelfde methode hadden als welke ik gezien had in het Openluchtmuseum in Arnhem. Dat was weer een teleurstelling. Doch toen hij hoorde dat ik uit Zeeland kwam, zei hij dat bij mij in de buurt een familie van boomzagers woonde, die een veel mooiere manier van boomzagen demonstreerde op festiviteiten dan de Belgische boomzagers. Hij gaf mij het adres en zo kwam ik bij de familie Franse terecht, waar ik buitengewoon hartelijk werd ontvangen. De heer Franse had heel veel modellen van boerenwerktuigen, wagens en rijtuigen gemaakt en ook een model van „mijn" zaagbok. Toen ik hem vroeg of ik alles mocht opmeten en tekeningen maken zei hij: „Doe niet zo moeilijk, neem alles in de doos mee en zorg alleen dat ik het model weer vóór 15 juni terug krijg, want dan moet ik demonstreren in Nisse". Wat een blind vertrouwen! Want welke modelbouwer geeft zijn model mee aan een vreemde, die je nog nooit hebt ontmoet. 236

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1991 | | pagina 26